New Baby10n Bezuidenhoutseweg 57 2594 AC Den Haag Postbus 11756 2502 AT Den Haag telefoon (070) 515 30 oo De heer B.J.S.A.A.F. de Winter onze ref. uw ref. - inzake Slaghuis, L. 30 maart 2015 Te uwer kennisneming hierbij Pels Rijcken Droogleever F0 rtu ij I 5- Kopie van mijn brief van heden aan de Rechtbank Amsterdam alsmede een exemplaar van het ingediende Toegezonden door E.C. Pietermaat Alle werkzaamheden worden verricht op grond van een overeenkomst van opdracht met de naamloze vennootschap Peis Rijcken Droogleever For-tuijn N.V. gevestigd te Den Haag en ingeschreven in het Handefsregister onder nr. 27283716. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd ter griffie rechtbank Den Haag onder nr. 19/2015. Daarin is een aansprakelijkheidsbeperking opgenomen. De algemene voorwaarden worden op verzoek toegezonden of zijn te raadplegen op Kwariteitsrekening notariaat NL72ABNA0213013495. Rekening Stichting Beheer Derdengelden Advocatuur Pels Rijcken Droogleever Fortuijn NL68ABNA0257546073. Postbus11756 2502 AT Den Haag telefoon (070) 515 30 00 New Babylon Bezuidenhoutseweg 57 2594 AC Den Haag Pels Rijcken Droogleever Rechtbank Amsterdam Afdeling Publiekrecht teams Bestuursrecht De griffier onze ref. E.C. Pietermaat uw ref. AMS 14/ 6928 WOB inzake Slaghuis, L. advocaat _4 30 maart 2015 Geachte heer, mevrouw, In bovenstaande zaak zend ik hierbij in tweevoud het toe. Voorts breng ik het volgende onder uw aandacht. De onderhavige beroepsprocedure wordt gevoerd naar aanleiding van een verzoek van eiser op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). Eiser vraagt om openbaarmaking van een groot aantal gegevens van individuele zorginstellingen die bij de berusten. Bij brief van 7 november 2014 zond ik reeds de (niet~ vertrouwelijke) op de zaak betrekking hebbende stukken toe. Ik zond toen nog niet de documenten die onderwerp zijn van het Wob-verzoek en waarvan de openbaarmaking is geweigerd. Vanwege de grote hoeveelheid informatie waarom eiser vraagt hij wil alle gegevens uit de periode 1 januari 2012 tot en met 11 maart 2014 is het niet goed mogelijk uw rechtbank alle gegevens toe te zenden waarop het verzoek van eiser betrekking heeft. De heeft daarom uit het bestand waarin de gegevens zich bevinden bij wijze van voorbeelcl een deelbestand gegenereerd, zodat uw rechtbank wel een goed beeld krijgt van het soort gegevens waarop het Wob?verzoek betrekking heeft. Alle werkzaamheden worden verricht op grond van een overeenkomst van opdracht met de naamloze vennootschap Pels Rijcken Droogleever Fortuijn N.V. gevestigd te Den Haag en [ngeschreven in het Handelsregister onder nr. 27283716. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van toepassing, die zijn gedeponeerd ter griffie rechtbank Den Haag onder nr. 19/2015. Daarin is een aansprakelijkheidsbeperking opgenomen. De algemene voorwaarden worden op verzoek toegezonden of zijn te raadplegen op Kwaliteitsrekening notariaat NL72ABNA0213013495. Rekening Stichting Beheer Derdengelden Advocatuur Pels Rijcken Droogleever Fortuijn NL68ABNA0257546073. datum 3O maart 2015 2/2 onze ref. Dat bestand zend ik een qesloten enveloope toe, waarbii ik uw rechtbank met verwiizinq naar artikel 8:29 Awb en artikei 13, tweede lid, van de Procesreqelinq bestuursrecht verzoek te bgpalen dat uitsluitend uw rechtbank ervan kennis neemt. Ik dank voor de aan deze brief te besteden aandacht. Een kopie van de brief alsmede van het zend ik aan de gemachtigde van eiser, mr. B.J.S.A.A.F. de Winter. Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notar/?ssen Rechtbank Amsterdam Zaaknummer AMS 14/6928 WOB Verweersch rift Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocate-n en notarissen inzake Nederlandse Zorgautoriteit gevestigd te Utrecht verweerder gemachtigde: mr. E.C. Pietermaat, advocaat te Den Haag tegen De heer L. Slaghuis wonende te Amsterdam eiser gemachtigde: de heer B.J.S.A.A.F. de Winter 1 Inleiding 1.1 De heer L. Slaghuis (hierna: de heer Slaghuis) heeft met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) verzocht om openbaarmaking van informatie over het aantal, de soort en de prijs van de gedeclareerde zorgproducten per zorgaanbieder in Nederland. 1.2 De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: heeft geweigerd deze informatie openbaar te maken, omdat openbaarmaking van de gevraagde informatie ertoe leidt dat bedrijfsvertrouwelijke informatie van zorgaanbieders openbaar wordt gemaakt en omdat er bij openbaarmaking een inbreuk wordt gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van pati?nten. Thans is in geschil of de door de heer Slaghuis gevraagde gegevens alsnog openbaar moeten worden gemaakt. 1.3 In het zal eerst bij wijze van achtergrondinformatie het relevante wettelijke kader worden geschetst (hoofdstuk 2). Voorts zal het verloop van de procedure worden beschreven (hoofdstuk 3), waarna het bestreden besluit zal worden toegelicht (hoofdstuk 4). De beroepsgronden worden vervoigens weersproken (hoofdstuk 5). De conclusie zal zijn dat het beroep ongegrond moet worden verklaard (hoofdstuk 6). 2 Achterg rond r, 2.1 Op grond van artikel 62 3'0. 68 Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: ng) is de bevoegd regels te stellen over het verstrekken van gegevens en inlichtingen door zorgaanbieders. Kort gezegd geef?t artikel 62 ng de de bevoegdheid te bepalen welke gegevens en inlichtingen moeten worden verstrekt en geeft artikel 68 ng de de bevoegdheid te bepalen op welke wijze en aan wie de gegevens moeten worden verstrekt. Artikel 62 De zorgautoriteit kan, met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 651, regels stellen, inhoudende welke gegevens en inlichtingen regelmatig moeten worden verstrekt dan wel onder welke omstandigheden deze moeten worden verstrekt door de zorgaanbieders, ziektekostenverzekeraars en degenen, bedoeld in artikel 44. 2. Het eerste lid is mede van toepassing ten aanzien van degene die gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt ten behoeve van zorgaanbieders of ziektekostenverzekeraars, alsmede ten aanzien van de groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders of ziektekostenverzekeraars daartoe behoren. 1 Regeling categorie?n persoonsgegevens WMG, 2008, 247, Iaatsteiijk gewijzigd op 11 december 2013, 2014, 36648. Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen 2.2 2.3 3/13 Artikel 68 De zorgautoriteit kan, met inachtneming van het bepaalde krachtens artikel 65, regels stellen, inhoudende aan wie daarbij te bepalen gegevens en inlichtingen als bedoeld in de artikelen 61 en 62, moeten worden verstrekt, het tijdstip en de wijze waarop en de vorm waarin de gegevens en inlichtingen moeten worden verstrekt of door wie en de wijze waarop de gegevens moeten worden bewerkt of door wie en de wijze waarop de gegevens dan wel de bewerkingen van die gegevens moeten worden bekendgemaakt, alsmede dat een accountant als bedoeld in artikei 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek de juistheid van de verstrekte gegevens en inlichtingen bevestigt. 2.De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen ook inhouden de wijze waarop, de vorm waarin of door wie daarbij te bepalen gegevens en inlichtingen, waaronder medische persoonsgegevens, moeten worden bewerkt alvorens de bewerking moet worden verstrekt.? Op grond van genoemde bepalingen heeft de onder meer de Regeling verpiichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (hierna: Regeling medisch specialistische zorg; bijlage 72) vastgesteid.3 Het doel van deze regeling volgt uit de toeiichting bij deze regeling. De gegevensverstrekking geschiedt ter ondersteuning van de uitvoering van de wettelijk taken van de en om marktontwikkelingen te monitoren en te analyseren en daarover de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) te adviseren. Artikel 5 van de Regeling medisch specialistische zorg bepaalt welke gegevens maandelijks door zorgaanbieders moeten worden verstrekt. Die gegevens worden in de praktijk ook aangeduid als ?de MDS-gegevens?, waarmee wordt verwezen naar de minimale dataset. ?Artikel 5. Aanievering MDS 5.1 De insteliing is verpiicht om voor de eerste dag van elke kalendermaand van alle aan de patient of de zorgverzekeraar gedeclareerde DBC- zorgproducten en overige zorgproducten, welke worden gerekend tot de omzet van de kalendermaand per zorgproduct de Minimale Dataset (MDS) aan te leveren [voetnoot: De in bijlage 1 bij deze regeling gespecificeerde gegevens; 2 Bijlage 1 tot en met 6 zijn bij brief van 7 november 2014 reeds aan uw rechtbank toegezonden. 3 Naast de Regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg zijn er nog een aantal regelingen voor de aanlevering van de minimale dataset voor andere vormen van zorg, zoais voor de forensische zorg, categorale ziekenhuizen en curatieve GGZ. De Regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg wordt in dit als voorbeeid genoemd . Peis Rijcken Droogieever Fortuijn advocaten en notarissen 2afkorting van Informatiesysteem? (zie artikel 4.3 van de Regeling medisch specialistische zorg). DIS is een onafhankelijke organisatie die bestuurlijk en facilitair is ondergebracht binnen de Stichting DBC?onderhoud. DIS biedt diensten aan om aanlevering door zorgaanbieders van de MDS aan de mogelijk te maken. Het gaat dan om verzameling, opslag en uitlevering van gegevens. De Stichting DBC?onderhoud is een private stichting die onder meer is belast met het doorontwikkelen, in stand houden en beheren van het DBC?systeem. DBC staat voor ?diagnosebehandelcombinatie?. Zorgaanbieders declareren hun werkzaamheden tegenwoordig aan de hand van De en Stichting DBC-onderhoud hebben een overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het DIS (bijlage 8). In artikel 2 van de overeenkomst is neergelegd dat de gegevens die op grond van door de vastgestelde regelingen aan het DIS worden verstrekt, worden geacht onder de te berusten. De heeft de Stichting DBC?onderhoud mandaat verleend om te beslissen op Wob?verzoeken (artikel 4 van de overeenkomst). Verloop van de procedure De heer Slaghuis heeft bij e?mail van 11 maart 2014 met een beroep op de Wob verzocht om openbaarmaking van het per zorgaanbieder gedeclareerde aantal DBC zorgproducten, per DBC zorgproduct, per maand en om de passantentarieven en de gehanteerde prijs per DBC zorgproduct (bijlage 1). De heer Slaghuis verzoekt om die informatie vanaf 1 januari 2012 tot het moment van beslissen. Stichting DBC-Onderhoud heeft bij brief van 20 maart 2014 op het verzoek van de heer Slaghuis beslist (bijlage 2). Bij die beslissing heeft Stichting DBC-Onderhoud het verzoek afgewezen en opgemerkt dat de passantentarieven al openbaar zijn gemaakt op de websites van de zorgaanbieders zelf. De heer Slaghuis heeft bij brief van 28 maart 2014 bezwaar gemaakt (bijlage 3). Op 6 juni 2014 heeft de hoorzitting plaatsgevonden (zie de bijlage bij de beslissing op bezwaar voor een verslag van de hoorzitting, bijlage 6). Bij brieven van 4 september 2014 en van 17 september 2014 heei?t de heer Slaghuis de in gebreke gesteld wegens niet tijdig beslissen (bijlage 4 en 5). Op 18 september 2014 heeft de de beslissing op bezwaar aan de heer Slaghuis gezonden (hierna ook: het bestreden besluit). De heeft het bezwaar ongegrond verklaard (bijlage 6). Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notar/?ssen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 5/13 Toelichting op het bestreden besluit De Stichting DBC-Onderhoud maakt actieic informatie openbaar via de website Via die website kan een ieder informatie zoeken over de vraag bij hoeveel pati?nten bepaalde diagnoses worden gesteld, de bijbehorende zorgproducten en zorgactiviteiten en de landelijk gemiddelde verkoopprijs van alle zorgproducten. Er kan informatie worden gezocht per medisch specialisme, zorgactiviteit of zorgproduct. Om clat mogelijk te maken heeft DIS een, wat ook wel wordt genoemd, ?Wob-bestand? gemaakt. Dat is een bestand dat is gegenereerd uit de MDS-gegevens. In het Wob- bestand bevinden zich slechts gegevens op geaggregeerd niveau, dat wil zeggen totalen op landelijk niveau. Informatie over individuele zorgaanbieders en informatie die herleidbaar is tot individuele pati'?nten zitten niet in dat bestand. Die gegevens worden dus ook niet actief openbaar gemaakt. Slaghuis vraagt per zorgaanbieder de aantallen zorgproducten per DBC zorgproduct, per maand inclusief de daarbij gehanteerde prijs. Dat zijn dus geen gegevens die in het Wob-bestand zijn terug te vinden. Artike/ 10, eerste lid, onder c, Wob en artikel 10, tweede lid, onder g, Wob Openbaarmaking van het aantal zorgproducten per DBC zorgproduct per maand per individuele zorgaanbieder en de daarbij gehanteerde prijs zou ertoe leiden dat bedriij- en fabricagegegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, onder c, Wob openbaar worden. Van bedrijfs- en fabricagegegevens is sprake indien uit de gegevens wetenswaardigheden kunnen worden afgeleid over de technische bedrijfsvoering of het productieproces dan wel met betrekking tot de afzet van producten en de kring van afnemers en Ieveranciers. Ook het marktaandeel van een onderneming valt onder deze definitie. Zie bijvoorbeeld: ABRVS 11 april 2012, De Openbaarmaking is voorts geweigerd op grond van artikel 10, tweede lid, onder Wob. Het publieke belang van informatieverstrekking weegt niet op tegen het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van de zorgaanbieders en onevenredige bevoordeiing van zorgverzekeraars. Op de bepaling kan onder meer een beroep worden gedaan als sprake is van concurrentiegevoelige informatie. Zie bijvoorbeeld: ABRVS 3 februari 2010, De gegevens waar de heer Slaghuis om vraagt zijn bedrijfs- en fabricagegegevens, omdat daaruit wetenswaardigheden kunnen worden afgeleid over de afzet van de producten van de zorgaanbieders. Het bestand dat aan uw rechtbank met toepassing Peis Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen 4.6 4.7 4.8 van artikei 8:29 Awb is toegezonden, toont dat aan. Door aantallen zorgproducten per DBC zorgproduct per zorgaanbieder openbaar te maken, zouden van elke zorgaanbieder zijn complete afzetgegevens ?op straat? komen te Iiggen. Op die manier zou ook inzicht worden geboden in zijn bedrijfsvoering, omdat zo openbaar wordt welke verrichtingen de zorgaanbieder precies verricht. Bovendien kan op deze manier eenvoudig het marktaandeel van zorgaanbieders op de verschillende relevante markten waarop zorg wordt aangeboden, worden afgeleid. Dat schaadt de onderlinge concurrentiepositie tussen zorgaanbieders en frustreert bovendien de mededinging op de zorgmarkt. Openbaarmaking van de informatie ieidt er bovendien toe dat individuele zorgaanbieders in hun concurrentiepositie op de zorginkoopmarkt worden benadeeld. Zorgaanbieders maken jaarlijks met zorgverzekeraars afspraken over de hoeveelheid zorg die zij bij de zorgverzekeraar mogen declareren en, binnen de toepasseiijke wettelijke kaders, over de tarieven die zullen gelden. In die onderhandelingen is informatie cruciaal. Zorgverzekeraars hebben uiteraard de beschikking over de gegevens van hun eigen pati?nten. Zij weten dus welke zorgaanbieders voor welke DBC zorgproducten door de eigen verzekerden wordt bezocht. Openbaarmaking van de gevraagde informatie levert zorgverzekeraars een enorme hoeveelheid extra informatie op. Bij openbaarmaking van de gevraagde informatie wordt namelijk van iedere zorgaanbieder het aantai gedeclareerde DBC zorgproducten per soort product inzichtelijk inclusief de daarvoor betaalde prijs. Op basis van die informatie zouden zorgverzekeraars een zeer gedetailieerd overzicht verkrijgen van de interne huishouding van een zorgaanbieder, zijn marktaandelen en prijzen, waardoor zij, in combinatie met de informatie waarover zij reeds beschikken, een enorme (informatie)voorstand hebben bij nieuwe onderhandelingen met zorgaanbieders. Zodoende wordt hun onderhandelingspositie ten opzichte van zorgaanbieders aanzienlijk verstevigd. Daarbij is van belang dat sinds 2012 er op landelijk niveau tussen de minister, zorgverzekeraars en zorginstellingen afspraken worden gemaakt over de totale groei van de kosten van medisch specialistische zorg. Zorgverzekeraars geven hier uitvoering aan door niet alleen afspraken te maken met zorginstellingen over de prijs, maar ook over het totale volume van de zorg. Vaak wordt het aantai per specialisme of per doelgroep gemaximeerd. Als de het aantai DBC's per zorgaanbieder, per soort zorgproduct, inclusief de daarbij gehanteerde prijs openbaar zou maken, dan zouden zorgverzekeraars een nauwkeurige inschatting kunnen maken van de ontwikkelingen in het marktaandeel van zorgaanbieders uitgedrukt in het aantai zorgproducten per soort zorgproduct. Dat zouden zij dan vervolgens eenvoudig ais ieidraad kunnen gebruiken in de onderhandelingen met de zorgaanbieders. Dat is nadelig voor de zorgaanbieders, die juist benadrukken dat verzekeraars zich niet alleen zouden moeten richten op gedetailieerde ontwikkelingen van de productie- Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen 4.9 4.10 4.11 7/13 aantallen, maar ook op de inhoud van de zorg, rekening houdend met bijvoorbeeld veranderingen in zorgvragen en de manier waarop de zorg in de regio wordt georganiseerd. Zorgaanbieders hebben op dat viak al een achterstand ten opzichte van de zorgverzekeraars. Laatstgenoemde categorie heeft veel meer zicht op ?zorginhoudeiijke informatie?, omdat zij nu eenmaal met heel veel zorgaanbieders afspraken maken en dus zicht hebben op wat bij al die zorgaanbieders gebeurt, terwijl de individuele zorgaanbieder alleen over de eigen informatie beschikt. Zouden de gevraagde bestanden openbaar worden gemaakt, dan wordt de informatieasymmetrie nog groter. De zorgaanbieders worden daardoor onevenredig benadeeld. De productie van zorgaanbieders kan van jaar tot jaar verschillen, maar het aantal in het voorgaande jaar geeft wel een indicatie van het aantal in het volgende jaar. Het aantal is echter ook afhankeiijk van veranderingen in de pati?ntenpopulatie (Ieeftijdsopbouw, vinex-wijken etc.) en (afspraken met) overige zorgaanbieders. Zorg wordt steeds meer door netwerken van zorgaanbieders geleverd. Het kan zijn dat een patient voor een deel van de behandeling in een andere instelling wordt behandeld dan waar hij in eerste instantie is opgenomen. Daarnaast verschillen lokaal de afspraken met de eerstelijns aanbieders (bijvoorbeeld huisartsen) en verpleeghuizen. De ontwikkelingen in de structuur van het zorgaanbod en in de pati?ntenpopulatie gaan snei en zijn moeilijker in te schatten. Het aantal en het soort kan daarom van jaar tot jaar gaan verschillen. Wanneer er met hulp van de informatie die de heer Slaghuis heeft gevraagd door zorgverzekeraars te sterk zou worden gestuurd op aantallen kan de zorgaanbieder niet goed inspelen op actuele situaties en wordt daarmee de concurrentiepositie ondermijnd. Artike/ 10, eerste lid, onder d, Wob en artikel 10, tweede lid, onder e, Wob De weigering om de gevraagde informatie openbaar te maken berust voorts op artikel 10, eerste lid, onder d, Wob en artikel 10, tweede lid, onder e, Wob. Uit de gevraagde informatie kunnen bijzondere persoonsgegevens in de zin van artikel 10, eerste lid, onder d, Wob worden afgeleid. Hoewel pati?nten niet met naam en toenaam in DIS staan geregistreerd, kan in dunbevolkte regio?s waar bepaalde DBC zorgproducten maar door zorgaanbieder wordt geleverd vanwege de lage aantallen het voor hen die in de omgeving verkeren van degenen die het betreft al snel duidelijk zijn om wie het gaat. Vermoedens van bijvoorbeeld een ziekenhuisbezoek voor een bepaalde aandoening zullen, zodra openbaar wordt dat er een of meerdere staan geregistreerd voor een bepaald zorgproduct bij een bepaalde zorginstelling, worden bevestigd. Op die manier wordt openbaar dat betrokkene inderdaad zorg heeft genoten. Dergelijke gevoelige, medische informatie mag geiet op artikel 10, eerste lid, onder d, Wob niet openbaar worden gemaakt. Peis Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen 4.12 5.1 5.2 5.3 8/13 Zeifs wanneer het niet om medische gegevens zou gaan verzet artikel 10, tweede lid, onder e, Wob zich tegen openbaarmaking van dergelijke informatie die tot individuele pati?nten herleidbaar is. In de opvatting van de wordt de persooniijke ievenssfeer geschaad zodra informatie over een bezoek aan een zorgaanbieder openbaar wordt. Het beiang van openbaarmaking weegt dan niet op tegen het beiang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Reactie op de beroepsgronden De zal hieronder puntsgewijs reageren op de door de heer Slaghuis aangevoerde beroepsgronden. Ad Algemene punten De heer Slaghuis wijst bij punt 1 van het op het beiang dat informatie over zorgkosten openbaar wordt met het oog op het continue maatschappelijke debat dat speelt over zorgverzekeringkosten, over de handhaafbaarheid van de vergoedingen in de zorg en over de betaalbaarheid van de zorg. Voor zover de heer Slaghuis daarmee beoogt te betogen dat in onderhavige zaak sprake is van informatie die betrekking heeft op een onderwerp dat dermate van beiang is dat dat een bijzonder gewicht in de schaal Iegt bij de vraag of informatie al dan niet openbaar moet worden gemaakt, merkt de het voigende op. De Wob dient uitsluitend een goede en democratische bestuursvoering (zie de aanhef van de wet en 26 juli 1999, De Afdeling heeft geoordeeld dat de Wob het beiang bij openbaarmaking voor een goede en democratische besluitvorming als op zichzelf staand beiang veronderstelt. Het gewicht van dat beiang is niet afhankelijk van het onderwerp waarop de documenten betrekking hebben. Zie: 17 februari 2010, ?Ten aanzien van het betoog van RTL dat de documenten betrekking hebben op een zodanig belangrijk onderwerp dat de minister waar bij het toepassen van de een belangenafweging dient plaats te vinden, aan het beiang van openbaarheid een groter gewicht moet toekennen, is de Afdeling met de rechtbank van oordeei dat de Wob het beiang van openbaarmaking voor een goede en democratische besluitvorming als een op zichzeif staand beiang vooronderstelt en dat het gewicht van dit beiang niet afhankeiijk is van het onderwerp waarop de documenten betrekking hebben.? Peis Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen 5.4 5.5 5.6 5.7 Ad Behoorlijk bestuur De heer Slaghuis voert bij punt het bestreden besluit in strijd met de algemene beginselen van behooriijk bestuur heeft genomen. Samengevat legt de heer Slaghuis daaraan ten grondslag dat de in strijd met de vereiste volledige heroverweging in bezwaar reeds tijdens de hoorzitting heeft aangegeven dat het Wob-verzoek van de heer Slaghuis niet kan worden gehonoreerd; dat het uitgangspunt van de Wob (?openbaar, tenzij?) is genegeerd; dat er sprake is van een maatschappelijk debat over de gevraagde informatie; en dat een inventarisatie van de beschikbare documenten ontbreekt en er zienswijzen hadden moeten worden gevraagd. De zal hieronder op ieder van deze argumenten reageren. In artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is bepaald dat in bezwaar een volledige heroverweging van het primaire besluit moet plaatsvinden. De heer Slaghuis wijst dan 00k terecht op het feit dat in bezwaar een volledige heroverweging verplicht is. In onderhavige zaak heeft de in iijn met artikel 7:11 Awb zowel de rechtmatigheid als de doelmatigheid van het primaire besluit in bezwaar heroverwogen. Gelet op het feit dat Stichting DBC-Onderhoud en de met enige regelmaat Wob-verzoeken ontvangen over DIS-data heeft de een voorschot op de uitkomst van de bezwaarprocedure kunnen nemen tijdens de hoorzitting. De Wob? verzoeken die Stichting DBC-Onderhoud en de ontvangen zien namelijk iedere keer op (ongeveer) dezelfde gegevens, waardoor de in het recente verleden al meerdere malen heeft onderzocht of (delen van) gegevens in DIS, die geen onderdeel uitmaken van het ?Wob-bestand?, openbaar kunnen worden gemaakt. Gelet daarop heeft de reeds tijdens de hoorzitting een vooruitbiik kunnen geven op de uitkomst van de zonder daarmee tekort te doen aan het vereiste van een volledige heroverweging in bezwaar. De heer Slaghuis leest in de bovenste passage op pagina 8 van het bestreden besluit dat de bij het bestreden besluit als uitgangspunt heeft genomen om eerst te onderzoeken welke informatie kan worden geweigerd om vervolgens paste besiuiten of eventuele overige informatie openbaar kan worden gemaakt. Die opvatting betreft een onjuiste lezing van het bestreden besluit. De heeft in iijn met het uitgangspunt van de Wob dat informatie in beginsel openbaar is, tenzij een of meerdere of beperkingen van artikel 10 of 11 Wob zich tegen openbaarmaking verzetten, besloten. Met de passage ?die op grond van artikel 10 lid 1 sub van de Wob niet verstrekt hoeven te worden? heeft de siechts tot uitdrukking gebracht dat de bedrijfs- en fabricagegegevens gelet op artikel 10, eerste lid, onder, Wob niet openbaar worden gemaakt. Van strijd met genoemd uitgangspunt van de Wob is geen sprake. Voor zover de heer Slaghuis in punt 4 van het nogmaals beoogt te betogen dat het maatschappelijk debat dat momenteel wordt gevoerd over Peis Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen 5.8 5.9 5.10 5.11 10/13 zorgkorsten tot openbaarmaking van de gevraagde aantaiien noopt, verwijst de naar hetgeen zij reeds heeft aangevoerd bij randnummer 5.3. Met betrekking tot punt 5 van het merkt de op dat een inventarisatie van de beschikbare documenten ontbreekt, omdat er in het geval van DIS?data geen sprake is van verschillende, onder de berustende documenten die moeten worden gei'nventariseerd. Er is een database waarin de door de heer Slaghuis gevraagde gegevens zitten en waaruit de gevraagde gegevens zouden kunnen worden gegenereerd. Bovendien heeft de in het bestreden besluit op pagina 6 opgenomen op weike gegevens de weigering om de gevraagde informatie openbaar te maken ziet. De heer Slaghuis voert verder nog aan dat de derden om een zienswijze had moeten vragen aivorens zij de gevraagde informatie weigerde. De merkt op dat het vragen van een zienswijze hier niet zinvol was geweest. Het is voidoende duidelijk dat de Wob aan openbaarmaking van de gevraagde gegevens in de weg staat. Daarbij komt dat de vanwege een andere procedure al bekend is met de opvatting van zorgaanbieders dat de gedetailleerde informatie waarom Slaghuis vraagt niet openbaar zou moeten worden gemaakt. Ook een onderzoeksbureau heeft de met een beroep op de Wob gevraagd om openbaarmaking van gegevens uit het DIS. Dit verzoek ziet op geaggregeerde gegevens per gemeente en niet per zorginstelling. Omdat openbaarmaking van die gegevens wel tot gevolg heeft dat informatie tot individuele zorginstellingen of pati?nten kan worden herleid, heeft de het verzoek om informatie afgewezen. Voordat de in die zaak de besiissing op bezwaar nam, heeft zij zorginstellingen om een zienswijze gevraagd. De zorginstellingen verzetten zich nagenoeg allemaai tegen openbaarmaking. Het betrokken onderzoeksbureau heeft tegen de besiissing op bezwaar beroep ingesteld. Dat beroep is aanhangig bij de Rechtbank Den Haag (nr. 14/8563). Ad Bedrijfsvertrouwelljke informatie De heer Slaghuis voert bij punt 6 tot en met 22 samengevat het voigende aan. De zou openbaarmaking van de gevraagde gegevens niet kunnen weigeren op grond van artikel 10, eerste lid, onder c, Wob, omdat de onderhandelingspositie van zorgaanbieders ten opzichte van zorgverzekeraars bij openbaarmaking van de gevraagde gegevens niet verslechterd. Daaraan legt de heer Slaghuis ten grondslag dat de onderhandelingen ai zijn afgerond en dat het voor de zorgsector ais gereguleerde markt van groot belang is dat er sprake is van transparantie. De ng en de Wet oneeriijke handelspraktijken zou zorgaanbieders en zorgverzekeraars daarom verpiichten tot het openbaar maken van informatie. Ook de zou reeds informatie vergeiijkbaar met de gevraagde informatie openbaar maken en zowei zorgaanbieders Pels Rijcken Droogieever Fortuijn advocaten en notarissen 5.12 5.13 5.14 5.15 11/13 als zorgverzekeraars zouden meer transparantie willen. Ten tweede zou artikel 10, eerste lid, onder c, Wob niet aan openbaarmaking van de gevraagde gegevens in de weg staan, omdat de informatie die wordt geweigerd al kan worden achterhaald en omdat het marktaandeel van zorgaanbieders en zorgverzekeraars niet kan worden berekend op grond van de gevraagde informatie. Zoals reeds bij de toelichting op het bestreden besluit uiteen is gezet, bevat de door de heer Slaghuis gevraagde informatie bedrijfs- en fabricagegegevens. Dat de huidige afspraken van zorgaanbieders met zorgverzekeraars zijn gebaseerd op afgeronde onderhandelingen, doet niet af aan het feit dat zorgverzekeraars bij toekomstige onderhandelingen met zorgaanbieders hun voordeel zullen doen met hun sterk verbeterde informatiepositie. Het betoog van de heer Slaghuis dat geen sprake is van bedrijfsvertrouwelijke informatie geiet op het feit dat de onderhandelingen zijn afgerond, slaagt aldus niet. Verder de het beiang van transparantie binnen de zorgsector, zodat consumenten een weloverwogen keuze kunnen maken als het op zorg aankomt. Dit is ook als zodanig verankerd in de ng, door informatieverplichtingen voor zorgaanbieders (artikel 38 ng) en zorgverzekeraars (artikel 40 ng) voor te schrijven. Door deze informatieverplichtingen voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars worden consumenten in staat gesteld de kwaliteit en prijs van zorgaanbieders te kunnen vergelijken. Zie: - Kamerstukken II 2004/05, 30 186, nr. 3, p. 62 63 Geenszins verplichten artikel 38 en 40 ng ertoe dat zorgaanbieders en/of zorgverzekeraars consumenten moeten informeren over het aantal door zorgaanbieders gedeclareerde DBC's per zorgproduct. Consumenten hebben voor het maken van een volledige prijs? en kwaliteitsvergelijking dergelijke informatie ook niet nodig. 00k de Wet oneerlijke handelspraktijken ziet slechts op het informeren van consumenten zodat zij een goede keuze op het gebied van zorg kunnen maken. Ook deze wet verplicht zorgaanbieders en zorgverzekeraars niet om informatie over de afzet per soort zorgproduct per zorgaanbieder openbaar te maken. De informatieverplichtingen uit de ng en de Wet oneerlijke handelspraktijken doen dan ook niet af aan de (bedrijfs)vertrouwe ijkheid van de gevraagde informatie. Tevens kan uit de publicatie van de van het rapport ?Stand van de zorgmarkten 2013? niet worden afgeleid dat de door de heer Slaghuis gevraagde aantallen openbaar moeten worden gemaakt, omdat geen sprake zou zijn van bedrijfs? of fabricagegegevens. In het rapport zijn de algemene trends in de zorgsector inzichtelijk gemaakt, zonder de aantallen waar de heer Slaghuis om vraagt op te nemen. Dat is ook niet nodig om die algemene trends te schetsen. In de passage in het rapport Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissan 12/13 waarin de aangeeft v00rstander te zijn van meer openbaarheid met betrekking tot declaraties, kan niet worden gelezen dat de voorstander is van openbaarmaking van hetgeen de heer Slaghuis in onderhavige procedure vraagt. Er is een aanzienlijk verschil tussen openheid met betrekking tot declaraties en het in hoge mate inzichtelijk maken van marktaandelen van zorgaanbieders. 5.16 Dat zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars zouden pieiten voor meer transparantie, noopt niet tot de conclusie dat deze partijen daarmee bedoelen dat specifiek de door de heer Slaghuis gevraagde informatie openbaar wordt gemaakt. 5.17 De heer Slaghuis betoogt voorts dat het marktaandeel, de omvang en het type van de zorgvraag op dit moment al kan worden berekend op basis van een combinatie van verschillende opvraagbare gegevens, zoals jaarrekeningen, CBS gegevens en de Zorgverzekeringsmarkt. De merkt op dat er een verschil is tussen de omvang en het type van de zorgvraag in Nederland en de marktaandelen van individuele zorgaanbieders. Waar de omvang en het type van de zorgvraag mogelijk reeds uit openbare en/01c opvraagbare gegevens kan volgen, is de specifieke, bedrijfsvertrouwelijke informatie over marktaandelen van individuele zorgaanbieders geenszins openbaar. Het CBS en de maken geen tot individuele instellingen herleidbare informatie openbaar. Zorginstellingen zelf geven in hun jaarrekeningen slechts totaalaantallen weer en dus niet de aantallen uitgesplitst naar soort zorgproduct. 5.18 Voor zover de heer Slaghuis betoogt dat de marktaandelen van zorgverzekeraars niet in de weg kunnen staan aan openbaarmaking van de gevraagde informatie of in ieder geval niet zonder nadere motivering daarvan, merkt de op dat dat 00k niet ten grondslag ligt aan de weigering om de gevraagde informatie openbaar te maken. Wel heeft de in het bestreden besluit geweigerd de gevraagde informatie openbaar te maken, omdat bij openbaarmaking de marktaandelen van zorgaanbieders openbaar zouden worden. Ad Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 5.19 De heer Slaghuis voert bij punt 21 254 aan dat de persoonlijke levenssfeer van pati?nten zich niet kan verzetten tegen openbaarmaking van de gevraagde informatie, omdat de informatie in DIS tweevoudig is geanonimiseerd. 5.20 De volstaat in reactie hierop met een verwijzing naar hetgeen hierover in hoofdstuk 4 al ter toelichting op het bestreden besluit is opgemerkt. De omstandigheid dat bij DIS gegevens onder een pseudo-identiteit worden opgeslagen, betekent niet 4 De nummering van het loopt niet logisch door, vandaar dat een aantal nummers meerdere malen voorkomen in het Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarfssen 5.21 5.22 6.1 13/13 dat er dus geen gegevens over individuele personen meer uit kunnen worden afgeleid. In gebieden met een Iage pati?ntenpopulatie kunnen vermoedens over bijvoorbeeld een ziekenhuisbezoek die er zijn, eenvoudig worden bevestigd door de door de heer Slaghuis gevraagde gegevens. Het vermoeden gecombineerd met de gevraagde aantallen kan tot de eenvoudige slotsom leiden dat bepaalde personen daadwerkelijk zorg hebben genoten. Ad Onevenredige bevoordeling of onevenredige benadeling Bij punt 25 28 voert de heer Slaghuis samengevat aan dat de bij de belangenafweging die zij op grond van artikel 10, tweede lid, onder g, Wob moet maken voorbij gaat aan haar eigen missie om transparantie in de zorgsector te bevorderen in het belang van consument. Zoals hiervoor al is toegelicht wordt hier over het hoofd gezien dat onderscheid moet worden gemaakt tussen informatie die consumenten in staat stelt een volledig en juist ge'l'nformeerde keuze voor zorg te maken enerzijds en gevoelige, bedrijfsvertrouwelijke informatie over de bedrijfsvoering en de afzet van zorgaanbieders anderzijds. Conclusie Tot ongegrondverklaring van het beroep. Den Haag, 3O maart 2015 Namens advocaat/gemachtigde E.C. Pietermaat Postbus 11756, 2502 AT Den Haag behandeld door correspondentie telefoon (070) 515 39 44 fax (070) 515 30 70 e-mail ec.pietermaat@pelsrijcken.nl zaaknr 10044030 Pels Rijcken Droogleever Fortuijn advocaten en notarissen Bijlage 7 Nadere Regel Regeling verplichte aanlevering minimale dataset Nader'and59_ medisch specialistische zorg (MDS) ZOrQautOHtel?f Inhoudsopgave Artikel l. Grondslag ..2 Artikel 2. Reikwijdte .. 2 Artikel 3. Inwerkingtreding ..2 Artikel 4. Begrippen en afkortingen ..2 Artikel 5. Aanlevering MDS ..4 Artikel 6. Wijze van aanlevering ..4 Toeiichting .. 5 Nederlandse Zorgautoriteit Artikel 1. Grondslag Kenmerk Gelet op de artikelen 36 en 62 junto 68 van de Wet marktordening pagina gezondheidszorg (ng) steit de Nederlandse Zorgautoriteit de 2 van 8 volgende regeling vast. Artikel 2. Reikwijdte Deze regeling is van toepassing op insteilingen voor medisch specialistische zorg (met uitzondering van sanatoria, abortusklinieken en zorgaanbieders die curatieve geestelijke gezondheidszorg leveren); audiologische centra; - centra voor erfelijkheidsonderzoek; voor mondziekten, kaak- en voor zover zij medisch specialistische zorg ieveren (niet zijnde curatieve geestelijke gezondheidszorg); instellingen die geriatrische revalidatiezorg (GRZ) leveren. Artikel3. Inwerkingtreding De regeling treedt in werking op 1 januari 2013. Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de regeling ?Regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg met kenmerk ingetrokken. Indien de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, sub van de ng wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 december 2012, treedt deze regeling in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst, en weth hij terug tot en met 1 januari 2013. Deze regeling kan worden aangehaald als ?Regeling verpiichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg Artikel 4. Begrippen en afkortingen In deze regeling worden de volgende begrippen en afkortingen gebruikt. 4.1 Add?on Add-ons zijn overige zorgproducten, uitgedrukt in zorgactiviteiten, behorend bij een DBC?zorgproduct (aanhaakprestatie). Aileen zorg op de Intensive Care (IC) aismede een limitatief aantal dure en weesgeneesmiddelen zijn gedefinieerd als een add-on. Add-ons vallen onder de categorie ?Supplementaire producten?. 4.2 DBC Een Diagnose Behandeiing Combinatie (DBC) is een declarabele prestatie, die de resultante is van het totale traject van de diagnose die cle zorgverlener steit tot en met de (eventuele) behandeling die hieruit v0 gt.Vanaf1januari 2012 worden zorgprestaties uitgedrukt in BBC- zorgproducten. Naderiandse Zorgautoriteit 4.3 DBC informatiesysteem (DIS) Kenmerk Het DBC informatiesysteem (DIS) ontvangt en beheert informatie over pagina waaronder de informatie die op grond van deze regeling moet 3 Van 8 worden aangeleverd. 4.4 DBC-zorgproduct Een DBC?zorgproduct is een declarabele prestatie welke is afgeieid uit een subtraject en zorgactiviteiten via door de vastgestelde beslisbomen. Een subtraject dat voldoet aan de voorwaarden met betrekking tot de a?eiding ervan, leidt, in combinatie met het zorgprofiel, tot een declarabel DBC-zorgproduct. 4.5 Declaratiedataset De voor a?eiding aan een grouper aangeboden verzameling van gegevens omtrent de door een zorgaanbieder aan een patient geleverde zorg. 4.6 Minimale Dataset (MDS) De in bijiage 1 bij deze regeling gespeci?ceerde gegevens. 4.7 Onderlinge dienstverlening Er is sprake van onderlinge dienstverlening indien geen sprake is van een ?eigen patient' volgens de de?nitie, maar de prestatie (op verzoek van de hoofdbehandeiaar) door een andere instelling of een andere medisch specialist (niet zijnde de hoofdbehandelaar) wordt geleverd. Indien deze prestatie is uitgedrukt in zorgactiviteiten behoren deze tot het zorgpro?el van de hoofdbehandelaar. 4.8 Overige zorgproducten (OZP) De prestaties binnen de medisch specialistische zorg, niet zijnde DBC- zorgproducten. Overige zorgproducten zijn per 2013 onderverdeeld in vier hoofdcategorie?n, te weten supplementaire producten, eerstelijnsdiagnostiek (ELD), paramedische behandeling en onderzoek, en overige verrichtingen.1 4.9 Zorgproduct Een aanduiding van prestaties binnen de medisch specialistisch zorg. Zorgproducten zijn onderverdeeld in DEC?zorgproducten en overige zorgproducten. 1 Tot en met 2012 bestonden overige zorgproducten uit vijf categorie?n, te weten: add? ons, ondersteunende producten (OP), overige producten (OVP), overige trajecten en overige verrichtingen. Artikel 5. Aanlevering MDS 5.1 5.2 5.3 Nederlandse Zorgautoriteit Kenmerk De installing is verplicht om voor de eerste dag van eike pagina kalendermaand van alle aan de pati'e'nt of de 4 van 8 zorgverzekeraar gedeclareerde DBC-zorgproducten en overige zorgproducten, weike worden gerekend tot de omzet van de kalendermaand per zorgproduct de Minimale Dataset (MDS) aan te Ieveren.2 De instelling levert de in de voorgaande bepaling bedoelde gegevens elektronisch aan bij het DBC Informatiesysteem (DIS) en past daarbij de op de website van de gepubliceerde ?aanleverstandaard toe. De installing dient mutaties en aanvullingen op de al aangeleverde MDS?informatie van productie afgesloten in uiterlijk voor 1 oktober van aan te leveren bij DIS. Artikel 6. Wijze van aanlevering 6.1 6.2 Gegevensaanlevering bij DIS kan uitsluitend via de door DIS gespecificeerde methode en wordt voorzien van een technische controle door DIS. Na deze technische toetsing voigt een inhoudelijke beoordeling door het DIS. Indien hieruit naar voren komt dat de kwaliteit van de gegevensaanlevering onvoldoende is, zal de haar handhavingsbevoegdheden inzetten. de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit, mr. drs. T.W. Langejan voorzitter Raad van Bestuur Bijlage 1: Gespeci?ceerde gegevens MDS 2 De in bijlage 1 bij deze regeling gespeci?ceerde gegevens. Nederlandse Zorgautoriteit Kenmerk Toeiichti ng Pagina Algemeen 5 Va? 8 Voor het functioneren en de doorontwikkeiing van de DBC?systematiek en voor de uitvoering van haar (overige) wettelijke taken, heeft de Nederlandse Zorgautoriteit betrouwbare, volledige en tijdige informatie gegevens nodig over de gedeclareerde DBC- en overige zorgproducten. Daarom moeten zorgaanbieders die declareren in en in overige zorgproducten zoals bedoeld in de beleidsregel ?Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg? van elk gedeclareerd zorgproduct bepaalde gegevens (de zogenoemde minimale dataset, MDS) verstrekken. De minimale dataset (MDS) is in samenspraak met het veid ontwikkeld. De MDS levering moet al/e gedeclareerde DBC- zorgproducten en overige zorgproducten omvatten die zijn afgesloten en gedeclareerd in maand Voor de feitelijke afhandeling van de ontvangst van de gegevens heeft de het DBC-informatiesysteem (DIS) aangewezen. De technische specificaties van de MDS zijn uitgewerkt in de aanieverstandaard (GA) van het DIS en de begeleidende documentatie. Dit document is beschikbaar op en de website van de Belang van MDS De MDS?gegevens zijn nodig voor het onderhoud van prestatiebeschrijvingen en tarieven, de monitoring van marktontwikkelingen en om de minister te kunnen adviseren. Op grond van de ng is de echter niet beperkt in het gebruik van de dataset. Datakwaliteit De kwaliteit van de data is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Vanwege het belang van de MDS data richt DIS kwaliteitsprocessen in waarmee zorgaanbieders inzicht krijgen in de kwaliteit van de MDS?ieveringen en deze daadwerkeiijk kunnen verbeteren. Wanneer na herhaalde signaien geen verbetering in de kwaliteit van de MDS-ieveringen optreedt, kan de haar handhavingsbevoegdheden inzetten. Handhaving Vanwege het belang van de MDS handhaaft de de MDS- aanleververplichting op grond van haar bevoegdheden uit de ng. Wanneer de vaststelt dat een zorgaanbieder niet (geheel) heeft voldaan aan zijn/haar verplichting zal een handhavingprocedure gestart worden. Deze procedure bestaat uit een aantal stappen met daarin helder geformuleerde termijnen welke uiteindelijk, bij het uitblijven van een adequate gegevenslevering, kunnen resulteren in het opleggen van een last onder dwangsom en/of een boete. Overige zorgproducten Voor een aantal zorgprestaties binnen de curatieve zorg geieverd door medisch specialisten is (nog) geen DBC?zorgproduct vastgesteld terwijl er wel sprake is van een declarabel product. Ook is het mogelijk dat zorgactiviteiten separaat gedeclareerd worden aan de patient of diens zorgverzekeraar bijvoorbeeld op verzoek van de eerste lijn. Deze prestaties worden overige zorgproducten genoemd en dienen ook aangeleverd te worden aan DIS. Deze zijn dus geen onderdeei van een DBC-zorgproduct profiel van een patient. Hieronder valien ook de overige zorgproducten die gedeclareerd worden door voor mondziekten, kaak- en Nederlandse Zorgautoriteit Sifiage 1: MDS Regeiing Kenme?. A.) Identificatie zorgaanbieder Pagina 1. Declarerende Instelling 7 Va? 8 2. Instelling volgnr DIS B.) Identificatie pati?nt 1. Pseudo?identiteit BSN patient 2. Pseudo?identiteit 3. Pseudo?identiteit naam patient 4. Geboortejaar 5. La ndcode 6. Postcode 7. Identificatie ziektekostenverzekeraar (conform UZOVI-register) C.) Productie per patient 1. Begindatum Zorgtraject 23. Declaratiecode 2. Begindatum Subtraject 24. Verrichtingendatum 3. Einddatum Subtraject 25. Aantal 4. Behandelend specialismecode 26. Uitvoerende specialismecode 5. 27. Uitvoerende instelling 6. Zorgvraagcode 28. Aanvragende Specialismecode 7. Typerende diagnosecode 29. Aanvragende Instelling 8. Zorgproductcode 30. Informatie kaakchirurgie (factor, 9_ Declaratiecode soort behandeling, toeslag assisentie, nacht- en of weekendtoeslag) . Afsluitreden 11. ZA met machtiging in profiel 12. Code (zelf)verwijzer 13. Verwijzende insteliing Gedec/areerd bedrag 14. Verwijzend specialisme 30. DBC Ziekenhuiskosten 31. Honorarium totaal Gedeclareerd bedrag 15. DBC Ziekenhuiskosten 16. Honorarium totaal 17. Honorarium per specialisme Geleverd zorgpro?e/ 18. Zorgactiviteltcode 19. Uitvoerdatum zorgactiviteit 20. Aantal 21. Uitvoerende Specialismecode 22. Uitvoerende Instelling D.) Data ivm technische noodzakelijkheid 1. Koppelnummer Zorgtrajectnummer Aorgtrajectnummer parent Subtrajectnummer Indicatie vervallen Declaratiedatasetnummer ZPZA Hashtotal DIS ZPZA Hashversie DIS . Certificaatversie hash 10. Uitgevoerde verrichtingnummer 11. Uitgevoerde zorgactiviteitnummer 12. Hoofdtraject indicatie kosnrucnsnesuw Toelichting op uitvraag MDS Doordat de MDS?data in databestanden wordt aangeleverd aan het D18 is het noodzakelijk dat er in de MDS?regeiing ook diverse technisch Nederiandse Zorgautoriteit Kenmerk Pagina 8 van 8 noodzakelijke data verpiicht wordt aangeieverd. Binnen de MDS?regeiing zijn deze ingedeeld in groep data ivm technische noodzakelijkheid". Hieronder volgt een toelichting op de betreffende data; Uitvraag uitvraag Toelichting Pseudo-identiteit BSN Betreft uitvraag op ?Burger Service Nummer? weike patient geanonimiseerd wordt. 2 Pseudo-identiteit CBS- Noodzakelijk ivm bevoikingstatistiek (gedetailieerde uitvraag data bestaat uit de onderdelen gesiacht, geb.jaar, landcode, ostcodg. 6 Postcode Alleen verpiicht indien landcode "Nederland" is. Het gaat om slechts de vier cijfers. 6 Zorgvraagcode Alleen verplicht als het betreffende AGB-speciaiisme een Zorgvraagcode registreert. 11 ZA met machtiging in profiei Is nodig als onderdeel van de hash an is al informatieverplichting 0p nota 13 Verwijzende insteliing Alleen verpiicht bij bepaalde soorten "code (zelf)verwijzer? 14 Verwijzend specialisme Alleen verplicht bij bepaaide soorten "code (zelf)verwijzer" 1 Koppeinummer Het unieke nummer waarmee pati?ntgegevens gekoppeld kunnen worden aan data omtrent "zorgtrajecten" of data Omtrent "gedeclareerde overige zorgproducten". 2 Zorgtrajectnummer Uniek nummer waarmee subtrajectdata gekoppeld kan worden aan zorgtrajectdata. 3 Zorgtrajectnummer parent Het unieke nummer waarmee een zorgtraject met 51 gekoppeld kan worden aan een zorgtraject met ll of 21. 4 Subtrajectnummer Het unieke nummer waardoor subtrajectdata gekoppeld kan worden aan zorgprofieldata. 5 Indicatie vervallen Noodzakeiijk voor bepaiing verwijderingen bij incrementeie uitlevering. 6 Deciaratiedatasetnummer Verwijst naar het nummer van de deciaratiedataset entitieit en is noodzakelijk om aile gegevens die bij een declaratie horen aan elkaar te koppelen. 7 ZPZA Hashtotal DIS Nodig om de hash te kunnen controleren. Om te controieren dat het geldig door een grouper is afgeleid en dat daar daarnaast niets aan gewijzigd is. Staat 00k in de notaverplichting. Zegt iets over kwaliteit van de dataset. 8 ZPZA Hashversie DIS Nodig om de hash te kunnen controleren. Om te controleren dat het geldig door een grouper is afgeleid en dat daar daarnaast niets aan gewijzigd is. Staat 00k in de notaverplichting. Zegt iets over kwaliteit van de dataset. 9 Certificaatversie hash Nodig om de hash te kunnen controleren. Om te controieren dat het geidig door een grouper is afgeleid en dat daar daarnaast niets aan gewijzigd is. Staat 00k in de notaverplichting. Zegt iets over kwaliteit van de dataset. 10 Uitgevoerde Een technisch nummer welke noodzakelijk is om elk overig Verrichtingnummer 20rgproduct uniek te onderscheiden. 11 Uitgevoerde Een technisch nummer weike noodzakelijk is om elke Zorgactiviteitnummer zorgactiviteit uniek te onderscheiden. 12 Hoofdtraject indicatie Noodzakelijk om aan te geven welk traject het hoofdtraject is. Dit is met name van beiang bij zorgtrajecten met 51. Bijlage 8 1;;?erian?se G?d?rhgua f? Zorgautenteit Diagnese Behandeh?ng Combinatie OVEREENKOMST en DBC-Onderhoud inzake DIS (uitwerking artikel 7.9 convenant CVZ en DBC-Onderhoud) Partijen: de naar publiekrecht Nederlandse Zorgautoriteit, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen vertegenwoordigd door de voorzitter van de Raad van Bestuur mr. drs. T.W. Langejan, en de stichting DBC-Onderhoud, gevestigd te Utrecht, hierna te noemen Onderhoud?, vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur drs. C.W.J.M. van Ewijk In aanmerking nemend dat: partijen samen met het College voor zorgverzekeringen op 1 januari 2011 het ?Convenant CVZ en DBC?Onderhoud? hebben gesloten, waarbij zij hun onderlinge verhouding hebben vastgeiegd gelet op het gezamenlijk beiang van een goed functionerend DBC-systeem en de beiangen van ieder van cle convenantpartijen; dit convenant nader moet worden uitgewerkt in een overeenkomst zoals bedoeid in artikel 7.9; de wetgever mede met het oog op het DBC-systeem de mogelijkheid heeft geopend om aan zorgaanbieders de verplichting op te leggen Gegevens te verstrekken aan een privaat onderhoudsorgaan; de nadere regeis heeft vastgesteld op grond waarvan aanbieders van medisch specialistische zorg verplicht zijn periodiek Gegevens te verstrekken aan DIS, een onafhankelijke afdeling binnen DBC-Onderhoud; de 0p basis van de Wet marktordening gezondheidszorg (ng) is belast met onder meer markttoezicht, marktontwikkeling en tarief? en prestatieregulering op het terrein van de gezondheidszorg, waaronder het vaststellen van DBC's en tarieven en het vaststelien van beleidsregels en regelingen in dat kader; DBC-Onderhoud als private stichting is belast met het doorontwikkelen, in stand houden en beheren van het DBC-systeem, het actueei, (medisch) herkenbaar en werkbaar houden daarvan, het vertalen van de ontwikkelingen in het medisch handelen in het systeem, waaronder zorginnovatie, ten behoeve van de bekostiging en financiering van de zorg in ziekenhuizen en categoraie instellingen, het mogeiijk maken van het duiden en beoordelen van interventies als verzekerbare of niet?verzekerbare prestaties en het ter zake doen van voorstellen aan de en het CVZ ten behoeve van pubiieke vaststeliing en borging; XX 5% Qnderhoad Diagnose Behandeling Combinatie Naderlandse Zorganterlteit De kan aan BBC-Onderhoud na voorafgaand overleg aanwijzingen geven over aard, soort en inhoud van de Gegevens die ingevolge het eerste lid worden verstrekt alsmede over de tijdstippen waarop en de wijze waarop de Gegevens moeten worden verstrekt. DEC-Onderhoud zal naar beste vermogen aan dergelijke gevolg geven. Artikel 4 Toepassing Wet openbaarheid van bestuur 1. Een verzoek van een derde, niet zijnde een publiekrechtelijk lichaam, om verstrekking van Gegevens wordt, ongeacht of het is gericht aan de of aan DIS, aangemerkt als een verzoek om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Op een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt door of namens de een besluit genomen met inachtneming van de Wet openbaarheid van bestuur. De verleent hierbij aan DEC?Onderhoud mandaat om besluiten te nemen als bedoeld in het tweede lid. DEC-Onderhoud stemt met het in het derde lid bedoelde mandaat in. De en BBC-Onderhoud maken nadere afspraken over de uitvoering van dit mandaat door BBC?Onderhoud. BBC-Onderhoud geeft aan de onverwijld kennis van elk verzoek als bedoeld in het eerste lid. Het in het derde lid bedoelde mandaat geldt niet gedurende een week na ontvangst door de van een kennisgeving als bedoeld in het zesde lid aan Onderhoud en voorts niet indien de binnen deze week aan DEC?Onderhoud heeft meegedeeld dat de zelf een besluit zal nemen. DEC?Onderhoud zendt van elk krachtens mandaat genomen besluit aan de De zendt aan DEC-Onderhoud van elk besluit, genomen met toepassing van het zevende lid. DEC-Onderhoud zendt een tegen een krachtens mandaat genomen besluit onverwijld door aan de Artikel 5 Medewerking aan vervulling publieke taken 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 3 en 4 stelt DEC?Onderhoud aan de op eerste verzoek de Gegevens beschikbaar die de nodig heeft om te voldoen aan enige ingevolge het Publiekrechtelijk Kader 0p haar rustende verplichting. De beschikbaarstelling als bedoeld in het eerste lid geschiedt op de wijze, in de vorm en binnen de termijn zoals door de na overleg met DEC-Onderhoud te bepalen. DEC-Onderhoud verleent ook overigens aan de naar beste vermogen de medewerking die de behoeft om te voldoen aan haar uit het publiekrechtelijk kader voortvloeiende verplichtingen. g? {It Nedariandse I Zorgautoriteit Diagnose Behandeh'ng Combinatie Artikel 6 Nadere bepalingen met betrekking tot de Gegevens 10. 12. DBC-Onderhoud beoordeelt of van aile zorgaanbieders die onder de reikwijdte van de aanleververplichting vallen Gegevens zijn ontvangen en beoordeelt de ontvangen Gegevens. Deze beoordeling geschiedt aan de hand van door de in overleg met Onderhoud, op te stellen met betrekking tot de tijdigheid, juistheid en voliedigheid van de Gegevens. Deze zuilen door de 0p schrift worden gesteld en aan DBC-Onderhoud kenbaar worden gemaakt. In die gevailen waarin de aanlevering van de Gegevens als tijdig, juist en volledig wordt beoordeeld door DBC-Onderhoud aan de hand van de door de vastgesteide criteria, zal DBC-Onderhoud de aanleverende zorgaanbieder hierover berichten door een bevestiging van de juiste en volledige aanlevering te sturen, onder vermeiding van moment van juiste en volledige aanlevering. DBC?Onderhoud informeert de periodiek over de Gegevensaanleveringen die als niet-tijdig, onjuist of onvolledig worden beoordeeld, aan de hand van de door de vastgestelde criteria, en geeft daarbij zo mogelijk aan op welke punten de aanlevering dient te worden aangepast. In geval van twijfei over toepassing en uitleg van legt DBC- Onderhoud de betreffende beoordeling van de aanlevering voor aan de De zal hierna 20rg dragen voor naieving van de aanleververplichting door inzet van een en informeert DBC-Onderhoud hierover. DBC-Onderhoud beoordeelt, op eerste verzoek van de of door de beteffende zorgaanbieder alsnog is voldaan aan de aanleververplichting en 20 ja, of de Gegevens voldoen aan de en informeert de over de uitkomsten van deze beoordeling; In gevai alsnog aan de aanleververplichting is voldaan zal DBC-Onderhoud de zorgaanbieder de juistheid en voiledigheid van de aanlevering bevestigen conform het vierde lid van dit artikel met de aanvuiling dat de instelling van de separaat bericht krijgt over de afronding van het DBC- Onderhoud stuurt de een kopie van haar bericht aan de betrei?fende zorgaanbieder. Indien aan de aanleververplichting alsnog is voldaan en dit door DBC Onderhoud is bevestigd, informeert de de betreffende zorgaanbieder en DBC Onderhoud over de afronding van het onder verwijzing naar de bevestiging van DBC Onderhoud. en DBC Onderhoud overleggen periodiek maar in ieder geva! vier keer per jaar over de en de toepassing daarvan. DBC Onderhoud informeert de desgevraagd onverwijld over de stand van zaken van een Gegevensaanlevering. Onderhoud {Thy/r; Nederiandse I Zorgautentwt Diagnose Behandeh'ng Camhinatie Artikel 7 Verstrekking van gegevens op contractuele grondslag 1. Deze overeenkomst staat niet in de weg aan de uitvoering van de overeenkomsten die DBC?Onderhoud met (brancheorganisaties van) zorgaanbieders over verstrekking van Gegevens heeft gesloten of zal sluiten, met dien verstande dat verstrekking van Gegevens van een zorgaanbieder aan brancheorganisaties uitsluitend geschiedt met toestemming van die zorgaanbieder. 2. Partijen stellen vast dat de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten geschiedt voor de uitsluitende verantwoordelijkheid van de daarbij betrokken partijen. Artikel 8 Aanvang en einde van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van ondertekening. 2. De overeenkomst eindigt op de dag waarop het Convenant CVZ en DBC- Onderhoud eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 10:8 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 9 Slotbepaling 1. Op deze overeenkomst en overeenkomsten die hiervan het gevolg zouden zijn is Nederiands recht van toepassing. 2. Bij strijdigheid met enige andere tussen partijen gesloten overeenkomst prevaleert deze overeenkomst. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Utrecht op 16 september 2011. Nederfandse Zorgautoriteit DBC-Onderhoud namens deze, namens deze, W9 W9 mr. drs. T.W. Langejan drs. C.W.J.M. van Ewijk MCM voorzitter Raad van Bestuur directeur/bestuurder @nderheu?