B.J.S.A.A.F. de Winter de Rechtbank Amsterdam Afdeling Publiekrecht team Bestuursrecht PER FAX: -- Knpie naar verweerder: -- Amsterdam, 15 augustus 2015 Benefit: Dupliek inLake zaak nnder nummer AMS 14/6928 WOB Zeer geachte rechters en gritfiers, In de procedure AMS 14/6928 WOB is een ingediend. Een kopie van dit schrijven is ook verzonden aan de gemachLigde van verweerder. Slaghuis wil op het reageren: 1. In het wordt under punt 4.1 en 4.2 verwezen naar een Wnb--bestand. Dit beLreft echter acLieve openbaarmaking en met de passieve npenbaannaking, die Slaghuis zoekt; 2. In het under punt 4.3 stelt verweerder dat bedrijfs- en iabricagegegevens openbaar warden als gevolg van dit Wnb--verzoek. Zoals eerder al bemogd stelt Slaghuis zich op het standpunt dat van een normale markt geen sprake is. is oak niel sprake van bedrijts- en fabricagegegevens, znals dat bij een regulier bedriji wel zou gelden. De redenering van verweerder noopl mt het opdelen van de soonen bedrijisgegevens die in het geding zouden zijn, nmdat volgens Slaghuis alleen de gedeclateerde voor deze onderwerp van discussie zijn: 1. Technische De declaraLies zeggen nieis over de Lechnische bedrijfsvoering. Het aanleverpmces van de DBC-declaraties is gestandaardiseerd en zeggen alleen ieis over de declarau'e zelf. Wat beLreft medische verrichLingen die zijn gedaan, is de uitvnering reeds dennate in protocollen vervat dat dit reeds breed bekend is; 2. Productiepmces. 00k geldt dat dit niet uit de declaraties valt af te leiden, omdat de uitvoering van medische venichten een zeer huge mate van standaardisau'e hebben; 3. De aizet van pmducten. Het infonnaLieverzoek van Slaghuis ziet inderdaad me op de afzet van producten de zorgverleners; 4. De kring van afnemers. Wat de kring van afnemers bij de zorgverleners zijn, is reeds bekend. Deze bestaan uit zorgverzekeraats en individuele passanten. Deze laatste gmep is dubbel versleuteld en derhalve 5. Over de kring van leveranciers wordt niets bekend door het vrijgeven van de door Slaghuis gevraagde informau'e. De declaraLies zien immers alleen me op de venithLingen en niet up oak maar iets wat met inknop [e maken heeft; 3. De vraag is nu of de aizet van pmducten daadwerkelijk zo gevoelig zijn dat de wetgever verbiedt deze [e npenbaren, nmdat het iniormatie beLreft die venmuwelijk is meegedeeld. Dal is de grand am up basis van arLikel 10, eerste lid aanhei en onder van de Web informatie [e weigeren; 4. Er valt Le twijielen aan de bewering dat duidelijk wordt hoe ziekenhuizen funcLioneren op basis van de door Slaghuis gevraagde In de DBC-systematiek is bet :0 dat zorgverzekeraars een aantal DBC-behandeling afnemen. Dit wordt een zogenaarnd platond genoemd. Wordt dit plafond overschreden dan zullen geen verdere betalingen volgen. Echter wordt na het bereiken van het plafond nog steeds gedeclareerd bij de verzekeraar. De lijst met DBC-declaraties laat dan ook niet zien hoeveel een ziekenhuis uiteindelijk vergoed krijgt. Binnen de meeste ziekenhuizen wordt daarom gewerkt met een totaalbudget, waaruit alles wordt vergoed. Zelfs bij minder verrichtingen wordt vaak toch betaald door de verzekeraar. Ook komen in dit pakket van afspraken met verzekeraars ook andere vergoedingen voor, zoals bijvoorbeeld geld voor reorganisatie na een fusie. De gevraagde gegevens geven dan ook niet weer wat daadwerkelijk wordt betaald door verzekeraars en ontnemen dan ook concurrerende zorgverleners het beeld wat er is afgesproken. Daarvoor zijn er simpelweg teveel andere factoren die het totale budget bepalen; 5. Ook bestrijdt Slaghuis de veronderstelling dat de DBC-declaraties de informatiepositie van zorgverzekeraars voor onderhandelingen substantieel zou verbeteren. Belangrijk is dat gegevens rond declaraties bij zorgverzekeraars al bekend zijn via de declaraties. Dat beeld is zeer accuraat. Zeker als een zorgverzekeraar in een regio een groot aantal verzekerden hebben, weten zij de prijsverschillen tussen zorgverleners nauwkeurig. In sommige regio's van Nederland heeft een enkele verzekeraar meer dan de helft van de markt in handen; 6. Daarnaast is er veel over de bedrijfsvoering publiek. Als gevolg van artikel 15 en 16 van de Wet toelating zorginstellingen en hoofdstuk VII van het Uitvoeringsbesluit WTZi moeten veel zorginstellingen en instellingen voor Jeugdzorg elk jaar verantwoording afleggen over de prestaties op het terrein van zorg- en dienstverlening en ondersteuning. Informatie die ze moeten aanleveren zijn de jaarrekening met daarbij ook de omzet die uit DBC's en DBCzorgproducten zijn gehaald; 7. De WTZi-verantwoording in combinatie met andere reeds publieke informatie maken duidelijk: 1. Hoe marktaandelen van zorgaanbieders zijn; 2. Hoe de kostenstructuren van zorgaanbieders in elkaar zitten; 3. Welke marges de zorgaanbieders maken; 8. Valgens Slaghuis is dir nier het geval amdat de intorrnatie niet za venrauwelijk is en reeds individueel besehikbaar is: 1. 2. De infarmatie over dedaraLies wardt nu reeds vererekt aan individuen zonder dat hier enige geheirnhauding geldt. Valgens wetrelijke plicht wardr de patient na een behandeling inzage gegeven in de gedeclareerde kasten met her tarief dat aan de zargverzekeraar is gerekend. Als vaarbeeld voeg ik een deelaraLie van het Onze Lieve Vrauwe GasLhuis in Amsterdam bij. Deze is bij mijn zargverzekeraar ONVZ gedaan na een behandeling die na fietsangeval nodig was (DBC-cade: 199299023). Om evidenle redenen is mijn BurgerServiceNumrner anleesbaar gemaakt; 1771072014 ziekenhuls 150.00 150.00 Zomveflener Specificaiie 000010591751 25-09-an EUR 150.00 awx v-rvuar EUR 150,00 am man EUR 150,00 mwverlcner risicn 150.00 It om EUR 150,00 louvenlner one have Vrouwe 5.5mm; 17%>>an lair-meme Hum a] 5 AA :2 Isn Enbonnaduum usazagn mum.- Open worm 5 150,00 Dunedin]le mm up as poHKHNek m1 Een rum naaer gespecmceera \ersel priallsma mam. speciahsten, Iedere patiem kan voor een behandeling bij de zargverlener vragen wat een verriehLing zau gaan kosten bij een zargverlener rner zijn at haar zargverzekeraar zou gaan kasten. Hierdaar is her zelfs magelijk orn zander behandeling re andergaan inzage in de tarieven re krijgen die aan een zargverzekeraar warden gerekend; Daarnaasr kan uit deze individuele bevragen exact warden bepaald welke verrichtingen een zargaanbieder biedt. uist die infarmaLie, waarvan vemeerder smelt in punt 4.5 van her dar ze als gevalg van het Wob-verzaek bekend zouden warden, is dus nu reeds bekend af Le achterhalen; Oak zijn er verzekeraars die een restitutieverzekering aanbieden. Een voorbeeld daarvan is ONVZ. Hierdaar is her magelijk vaor een paLiem am een verrichting te andergaan en deze niet auramaLisch re lalen vergoeden. In zo'n geval antvangt de paLient een rekening die los gededareerd kan warden bij de verzekeraar. Op de faeruur staat exact de intorrnatie, die verweerder nu weigen; 9. Er is geen sprake van een narmale markt met narmale caneurrentie. Een paar vaarbeelden maken dir snel duidelijk: 1. Algerneen bekend is dat de inkamslen van standaard eenvoudige ingrepen aak kasLen dekken van andere vaak maeilijkere ingrepen, zaals dure IC's en aperatiekamers. Hierdaar leveren kleinere ziekenhuizen af instellingen somrnige zorg gaedkoper dan grate (aeademisehe) ziekenhuizen. Dir zorgr niel alleen vaar een aneerlijke caneurrenLie, maar betekenl oak dat de burger via her eigen risiea en de premie zelf rneer betaalt dan naodzakelijk is; Nier iedere zargverlener is hetzeltde type arganisaLie. Bijvaarbeeld is een Aeademiseh Ziekenhuis een reehtspersaon met een wettelijke taak, waardoar deze instellingen aok onder de werking van de Wob vallen. Alleen voor deze groep zorgverleners valt niet in te zien, waarom daar een categorische weigering zonder een derde zienswijze vragen mogelijk is; 3. Er geldt een wettelijke verplichting een zorgverzekering aan te gaan, wettelijke verplichting om belasting te betalen en voor zelfstandigen geldt dat ze betalen via de zorgverzekeringswet. 10. Verweerder neemt een stelling in dat het vrijgeven van de gegevens de concurrentie nadelig zou beïnvloeden. Echter in het belangen spel heeft ook de zorgconsument (de verzekerde) nog een belang. Door te vragen naar de declaraties per verrichting per verzekeraar is het mogelijk een keuze te maken voor een verzekeraar. Immers kan een ieder dan zelf zijn keuze voor een verzekeraar laten beïnvloeden door het beste inkoopbeleid. Simpele ingrepen die scherper worden ingekocht betekenen dat duidelijk is hoeveel (vrijwillig) eigen risico moet worden betaald. Juist omdat er al geen sprake is van een normale markt biedt dit juist nog enige mogelijkheid voor eerlijke concurrentie. De stelling dat de concurrentie wordt ondermijnd is volgens Slaghuis daarom ook te eenvoudig gesteld; 11. Mocht de rechtbank toch tot de conclusie komt dat er sprake is van een terechte weigering op basis van bedrijfs- en fabricagegevens dan blijft de vraag staan of dit voor alle zorgverleners geldt. Slaghuis is van mening dat verweerder niet in redelijkheid tot de conclusie heeft kunnen dat het mogelijk is om alle zorgaanbieders als gelijk te beschouwen. Verweerder had in dat geval ervoor moeten kiezen dat per type zorgverlener en verrichting wordt besloten wat wel en wat niet beschikbaar zou mogen komen; 12. In het verweerschrift wordt onder punt 4.4 gesteld dat er onevenredige benadeling en bevoordeling zal optreden als er duidelijk wordt wat er per zorgaanbieder wordt gedeclareerd. Openbaarmaking zou als gevolg van artikel 10, tweede lid aanhef en onder g van de Wob achterwege moeten blijven. De redenering die hiervoor wordt gebruikt is een herhaling van de bedrijfs- en fabricagegegevens zoals bedoeld in artikel 10, eerste lid aanhef en onder c van de Wob. In de Memorie van Toelichting wordt duidelijk gesteld dat hierdoor dit wetsartikel niet strekt, omdat dit bestemd is voor andere belangen dan de eerder genoemde te zeer worden geschaad. In de MvT staat immers: “Deze uitzonderingsgrond komt overeen met artikel 4i van de WOB. Hij is de meest algemene en wordt toegepast als door het verstrekken van informatie andere belangen dan de eerder genoemde te zeer worden geschaad.” Nu reeds is gekozen voor het toepassen van een andere uitzonderingsgrond is er geen ruimte voor het toepassen van artikel 10, tweede lid aanhef en onder g; 13. Verweerder betrekt in punt 4.11 van het verweerschrift de stelling dat er een herleidbaarheid van de declaraties naar de patiënt is, maar schiet tekort dit te bewijzen. Deze stellingname staat haaks op de stelling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die op 8 september 2014 in antwoord op kamervragen van het lid Van Gerven van de Socialistische Partij (bijlage) onder vraag 15: “Het is een feit dat het DIS een zeer omvangrijke database is die gegevens bevat die – indien deze tot identificeerbare individuen herleidbaar zouden zijn, wat niet zo is – privacybelastend zouden zijn.” Om vervolgens uit te leggen dat er geen herleidbaarheid is: “In aanloop naar de instelling van het DIS, heeft mijn ambtsvoorganger in 2005 advies gevraagd aan het CBP over het toepassen van pseudonimisering van medische persoonsgegevens voordat ze het DIS bereiken en voordat ze worden opgeslagen in het DIS. Bij pseudonimisering van persoonsgegevens worden de identificerende kenmerken van personen op een zodanige manier (vooraf) versleuteld en omgezet in een pseudo-identiteit, dat de werkelijke identiteit van de betreffende personen niet meer te achterhalen is. Direct identificerende gegevens worden dubbel versleuteld (oftewel dubbel gepseudonimiseerd) vóórdat ze worden opgeslagen in het DIS: de eerste versleuteling wordt uitgevoerd door de zorgaanbieder die de gegevens aanlevert en de tweede versleuteling door een externe, onafhankelijke organisatie, ZorgTTP (Zorg Trusted Third Party) genaamd. De pseudonimisering is zo ingericht dat deze onomkeerbaar is en daarmee dus niet meer herleidbaar tot individueel identificeerbare personen." De boodschap van verweerder in deze procedure lij kt daarmee niet te stroken met het standpunt dat de verantwoordelijk minister verkondigt; 14. Slaghuis bestrijdt ten principale dat de privacy in het geding is. Maar mocht verweerders redenering doeltreffen dan schiet zij alsnog tekort door geen onderscheid te maken per regio en soon behandeling. Het simpele feit dat er mogelijk een voorbeeld van herleidbaarheid zou zijn, hetekent niet dat dit voor iedere behandeling in iedere regio geldt. Door niet te beslissen wanneer er sprake van herleidhaarheid is en wanneer deze er niet is (en er dus wel geopenhaard kan worden) gaat verweerder erg kort door de hocht. Uit oogpunt van zorgvuldigheid had Slaghuis mogen verwachten dat werd gekeken welke gegevens geopenhaard kunnen worden en waar de duhhel versleutelde code voor de paLient ambtelijk beperkt zou moeten warden; Met vriendelijke groet, B.J.S.A.A.F. de Winter Bijlage: Antwoord op kamervragen van 8 septemher 2014;