7 Overdracht Diensten: actielijstje Ander onderwerp Ander onderwerp Ander onderwerp Ander onderwerp TPC SI Ander onderwerp Ander onderwerp Ander onderwerp Standpunt bepaling Het Raadssecretariaat (Secretariat Polcom) stuurt de documenten voor de vergadering uit via de TPC SI verzendlijst. Hier moet je dus iets mee gaan doen! Eerst moet je bepalen of het document over diensten of investeringen gaat. Vaak staat dit in het onderwerp van het document, of spreekt het voor zich (plurilateral is uiteraard voor jou). Documenten over FTA’s gaan vaak over diensten. Een andere clue kan zijn door wie het investeringen. Als je het niet gestuurd is vanuit de Commissie. 10 2 e : diensten. 10 2 e weet, even met 10 2 overleggen wie het document oppakt. e Als het een Diensten document is, dan moet je even kijken wât voor document het is. o van de Commissie: for information o van een andere LS: for information o van de Commissie: for comments/consultation De eerste twee documenten kan je lezen ter informatie. Alleen als in de ‘for information’ documenten van CIE iets instaat waar je het echt niet mee eens bent, kan je hier naar CIE schriftelijk op reageren, maar hoeft dus niet. Wel kan je op de inhoud van deze documenten terugkomen in je mondelijke TPC SI interventie, zeker bij de plurilatera! is dit hoe op dit moment het proces loopt. De ‘for comments’ documenten zijn het belangrijkst. Hiervoor behoor jij het NL standpunt te bepalen voor de aangegeven deadline, en dit schriftelijk aan CIE te communiceren. Je stuurt de NL reactie naar alle mensen van CIE die op het document als behandelaar staan aangegeven, in de cc zet je 10 en FA dossierhouder (indien van toepassing). Bij grote belangrijke onderwerpen, zet 2 ik ook 10 wel eens in de cc, of stuur ik de mail door met een korte uitleg wat ons standpunt 2e e is. In het onderwerp zet ik meestal: ‘NL comments on doc md .112’. Je kan je mail beginnen met zoiets als: In response to the questions you asked in doc md 139/12 (EU-Canada CETA Negotiations: Outstanding issues relating to Services), please note that the Netheriands: Om het NL standpunt te bepalen, kan je relevante experts raadplegen. Zie laatste pagina voor het contactenschema. Zeker bij die gebieden waar de LS nog een gedeelde competentie hebben, is het nodig om akkoord te krijgen van deze experts. Het gaat dan met name om Maritiem 10 2 e Financiële Telecom 10 2 e Mode 4 10 2 e en Luchtvaart (verschillende mensen bij diensten 10 2 e ), e-commerce 10 2 e I&M). Zij zijn redelijk vaak door mij al benaderd en weten zo langzamerhand wat ik van ze vraag. De rest heb ik slechts incidenteel een vraag gestuurd, en die zal je dus uitgebreid bij de hand moeten nemen als je iets voorlegt. Neem de mening van deze experts niet klakkeloos over! Altijd zelf ook nadenken, vragen als je iets niet snapt en in discussie gaan als je het er niet mee eens bent. Je moet gezamenlijk het standpunt bepalen. Als je er samen niet uitkomt, dan eventueel escaleren ‘naar boven’, dus 10 inschakelen, DG of zelfs minister. 2e Voor een aantal onderwerpen zijn er geen specifieke experts. Dan zul je zelf het standpunt of moeten bepalen. Je kan natuurlijk altijd sparren met 1 , of gebruik maken van 10 2 e geven, zeker als het om de vraag 0 WJZ. Zij kunnen je juridisch advies 10 2 e 2 artikel. gaat of Nederland zich kan verplichten aan een bepaald e Vrijhandelsakkoorden Het dienstengedeelte in een vrijhandelsakkoord bestaat uit twee onderdelen: het tekstgedeelte in de hoofdtekst van het akkoord zelf, en de dienstenverplichtingen die in schema’s als bijlagen worden toegevoegd. Het tekstgedeelte Hierin staan de afspraken die partijen maken over het liberaliseren van de handel in diensten. Het hoofdstuk heet meestal iets van ‘Trade in Services, Establishment and E-commerce’ en begint met algemene bepalingen en definities. Daarna komen er onderafdelingen over ‘Grensoverschrijdende Dienstverlening’ (Cross Border Trade in Services, CBS, mode 1 & 2), ‘Vestiging’ (Establishment, mode 3)’ en Tijdelijke Aanwezigheid van Natuurlijke Personen (mode 4). Elk van deze onderafdelingen heeft dan artikelen waarin wordt gezegd dat de partijen elkaar Markttoegang en Nationale Behandeling en MEN geven, en verwijst vervolgens naar de bijlagen waar per sector dan de verplichtingen of uitzonderingen in staan opgenomen. Daarna komt er een afdeling ‘regelgevingskader’ (regulatory framework), hierin worden afspraken gemaakt over wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties, transparantie en interne regelgeving (domestic regulation). Bij dit laatste gaat het erom dat we duidelijke en objectieve procedures zijn om vergunningen aan te vragen. ie kan dit onderdeel vergelijken met de ntb-afspraken die worden gemaakt in het NAMA hoofdstuk. Als je wilt weten of NL zich ergens aan kan verbinden, kan je bij vragen om advies. deze artikelen WJZ 10 2 e Vervolgens worden er in het tekstgedeelte aparte afspraken gemaakt voor specifieke sectoren, bijvoorbeeld post-en koeriersdiensten, telecom, maritiem, financiële diensten en e-commerce. Deze afspraken zijn soms alleen inspanningsverplichtingen, en gaan meestal niet heel ver, en zijn vaak op EU regelgeving gebaseerd. Er worden dus meestal geen heel schokkende bepalingen in vastgelegd. Toch is het goed deze teksten altijd te laten checken door de relevante experts op dit gebied, en zelf goed door te lezen. Als basis kan je altijd FTA Korea gebruiken, en de concepttekst hiermee vergelijken. Bij het nakijken en beoordelen van deze concept onderhandelingsteksten, moeten er twee vragen worden beantwoord: 1) kunnen wij als NL ons hieraan verbinden? 10 2 e 2) hebben wij offensieve belangen die niet voldoende worden gedekt Ander 10 2 e onderwer p 10 2 e Dienstenverijlichtingen/schema’s In de schema’s wordt per mode of supply per sector opgenomen of de EU of een LS een beperking heeft op het principe van markttoegang (MA) of nationale behandeling (NT) zoals omschreven in het tekstgedeelte. Modes of supDIv Vorm Naam Mode 1 Grensoverschrijdende dienstverlening Mode 2 Consumptie in het buitenland Mode 3 Commerciële vestiging Mode 4 Aanwezigheid van natuurlijke personen Omschrijving De dienst gaat de grens over, De dienstverlener is niet aanwezig op het grondgebied van de consumerende partij. De dienstverlener levert de dienst op eigen grondgebied aan een consument van de andere partij. De dienstverlener levert de dienst door zich commercieel te vestigen op het grondgebied van de andere partij De dienstverlener levert de dienst door als een natuurlijk persoon tijdelijk aanwezig te zijn op het grondgebied van de andere partij Voorbeeld Een Mexicaanse architect faxt een ontwerp naar een klant in Japan. Een Mexicaanse architect gaat naar Japan voor een architectencursus. Een Mexicaans architectenbureau opent een vestiging in Japan Een Mexicaanse architect verblijft zes maanden in Japan om de constructie van een gebouw te overzien die hij ontworpen heeft. Sectoren Elke dienstensector heeft een code gekregen, een CPC code, vaak staat er ook bij welke versie van de CPC code CPC means the Centra! Products Classification as set out in Statistical Office of the United Nations, Statistical Papers, Series M, No 77, CPC Prov, 1991. CPC ver. 1.0 means the Central Products Classification as set out in Statistical Office of the United Nations, Statistical Papers, Series M, N o 77, CPC ver 1.0, 1998. - - De originele versie uit 1991 kan je googlen, en daar staat ook per sector een omschrijving van wat er allemaal voor diensten ondervallen. Erg handig! Opschrijven van reserveringen/beperkingen (‘1/sten’) Het opschrijven van beperkingen kan op een ‘positieve’ of ‘negatieve’ manier. Positieve lijst: Alleen als een sector is opgenomen in het schema, neemt een partij hier verplichtingen in. ‘none’ betekent geen beperking; de markt is dus in principe open, en buitenlandse dienstverleners worden gelijk behandeld als eigen nationale dienstverleners. ‘unbound’ betekent dat de partij zich niet heeft willen binden aan de principes van MA of NT. De markt kan nog steeds open zijn, maar de partij heeft zich niet willen verplichten om dit juridisch vast te leggen in een internationaal akkoord. - - - - Negatieve lijst. In een negatieve lijst worden alleen de beperkingen op MA, NT en MFN opgenomen. Hoewel ook ‘schedules’ genoemd, zijn dit geen excelschema’s, maar worden de beperkingen meer tekstueel omschreven, inclusief de wet (‘legal citation’) en de omschrijving van de beperking. Je kan hierbij iets onder de ‘ratchet’ laten vallen (Annex 1 in CETA), wat wil zeggen dat toekomstige liberalisering automatisch ook geldt voor de verdragspartijen), of van de ratchet uitsluiten (Annex II). In Annex II kan je ook ‘beleidsruimte’ reserveringen opnemen. Meestal beginnen met iets als ‘the party remains the right to adopt or maintain any measure..’, waardoor je het recht voorbehoudt altijd je wetgeving in deze sector aan te passen. Als NL hebben we geen uitgesproken voorkeur voor positieve of negatieve lijst, anders dan de meer 10 2 g /zuidelijke LS, die negatieve lijsten heel vervelend vinden. Komt oa omdat negatieve lijsten veel meer werk en ‘enger’ zijn: je moet immers al je wetgeving goed opschrijven, als je iets vergeet, dan is de sector gelijk ‘open’, kan je nooit meer terug. Landen als Spanje en Duitsland moeten daarnaast ook de wetgeving van hun autonome regio’s en Lander opschrijven, wat nog meer werk is. Aan de andere kant, een negatieve lijst geeft veel meer duidelijkheid. De wet waar de beperking op is gebaseerd, staat hier immers expliciet opgeschreven, zelfs met een omschrijving van deze beperking. Daarnaast bestaat er discussie of een negatieve lijst tot meer liberalisering leidt. In de FTA-onderhandelingen moeten de LS het EU schema goedkeuren voordat het naar de onderhandelingspartner wordt gestuurd. 10 2 e Meestal stuurt CIE als eerste aanbod het schema van FTA Korea naar de onderhandelingspartner, Hier kan je dus mee in stemmen. 10 2 e 10 2 e Daarna wordt er onderhandeld. Dan vraagt de onderhandelingspartner om meer markttoegang in een bepaalde sector. Vaak niet aan NL, omdat we al heel erg liberaal zijn. Maar bij bijv FTA India kwam het wel voor. Ze wilden een ‘none’ van ons bij mode 1 in bepaalde administratieve sectoren. Geldt ook bij FTA Marokko onderhandelingen. 11 11 Mode 4 In vrijhancielsakkoorden worden afspraken gemaakt over de handel in diensten, waaronder ‘de tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen’, het zogenaamde mode 4. Dit zijn dienstverleners die tijdelijk hun dienst komen aanbieden in Nederland, zoals architecten, artsen of consul ta n ts. Per mode 4 categorie worden er verplichtingen aangegaan hoe lang de dienstverlener mag blijven en onder weke voorwaarden Mode 4 categorieën: • Stafpersoneel (Key personnel): zakelijke bezoekers (Business visitors) binnen de onderneming overgeplaatste personen (Intra Corporate Transferees/ ICT’s): managers o o specialisten • Afgestudeerde stagiaires (Graduate trainees) • Verkopers van zakelijke diensten (Business service sellers) • Dienstverleners op contractbasis (Contractual Service Suppliers/CSS) • Beoefenaars van een vrij beroep (Independent Professionals/IP’s) • Tijdelijke bezoekers voor zaken (Short term visitors for business purposes) - - Definities Sta fpersoneel: natuurlijke personen die bij een rechtspersoon uit een partij, niet zijnde dan een Organisatie zonder winstoogmerk, werkzaam zijn en verantwoordelijk zijn voor het opzetten van dan wel voor een goed toezicht op, een goede administratie en exploitatie van een vestiging. - - - - - Zakelijke bezoekers: natuurlijke personen met een staffunctie die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van een vestiging. Zij verrichten geen directe transacties met het publiek en ontvangen geen beloning uit een bron die in de gastpartij is gevestigd. De duur van het tijdelijke verblijf van zakelijke bezoekers bedraagt ten hoogste negentig dagen gedurende een periode van twaalf maanden Binnen de onderneming overgeplaatste personen: natuurlijke personen die tenminste een jaar werknemer of partner (niet zijnde meerderheidsaandeelhouder) van een rechtspersoon uit een partij zijn en die tijdelijk naar een vestiging (met inbegrip van dochterondernemingen, filialen of bijkantoren) op het grondgebied van de andere partij zijn overgeplaatst. De betrokken natuurlijke persoon moet tot een van de volgende categorieën behoren: managers of specialisten. De duur van het tijdelijke verblijf van stafpersoneel bedraagt ten hoogste drie jaar voor binnen de onderneming overgeplaatste personen. Managers: Natuurlijke personen die deel uitmaken van het hoger leidinggevend personeel van een rechtspersoon, die in cle eerste plaats verantwoordelijk zijn voor het management van de vestiging, onder het algemene toezicht of de leiding van de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen, waaronder natuurlijke personen die: A) leiding geven aan een vestiging of een afdeling of onderafdeling daarvan; B) toezicht houden op de werkzaamheden van andere toezichthoudende, gespecialiseerde of leidinggevende werknemers en deze werkzaamheden controleren, C) persoonlijk bevoegd zijn werknemers in dienst te nemen en te ontslaan, of indienstneming of ontslag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen. Specialisten: Binnen een rechtspersoon werkzame natuurlijke personen die beschikken over uitzonderlijke kennis die van wezenlijk belang is voor de productie, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management van de vestiging. Voor de beoordeling van die kennis wordt niet alleen specifiek met de vestiging verband houdende kennis in aanmerking genomen, maar ook of de persoon in hoge mate gekwalificeerd is voor een type werk of handel waarvoor specifieke technische kennis vereist is, evenals het lidmaatschap van een erkende beroepsg roep; - - - - Afgestudeerde staglairs: natuurlijke personen die ten minste een jaar in dienst zijn van een rechtspersoon van een partij of een filiaal van die rechtspersoon, die universitair afgestudeerd zijn en die voor hun loopbaanontwikkeling of een opleiding in bedrijfstechnieken of -methoden tijdelijk naar een vestiging van die rechtspersoon op het grondgebied van een andere partij worden overgeplaatst. De duur van het tijdelijke verblijf afgestudeerde stagiairs bedraagt ten hoogste één jaar. Verkopers van zakelijke diensten: natuurlijke personen die vertegenwoordiger van een dienstverlener van een partij zijn en tijdelijke toegang tot het grondgebied van een andere partij wensen om voor die dienstverlener over de verkoop van diensten te onderhandelen of overeenkomsten voor de verkoop van diensten te sluiten. Zij verkopen niet direct aan het publiek en ontvangen geen beloning uit een bron op het grondgebied van de gastpartij. De duur van het tijdelijke verblijf van verkopers van zakelijke diensten bedraagt ten hoogste negentig dagen gedurende een periode van twaalf maanden. Dienstverleners op contractbasis: natuurlijke personen in dienst van een rechtspersoon van een partij die geen vestiging op het grondgebied van een andere partij heeft en die met een eindgebruiker in die andere partij een bonafide contract heeft gesloten voor de verlening van diensten waarvoor de tijdelijke aanwezigheid van zijn werknemers in die partij vereist is om aan het dienstverleningscontract te voldoen. De duur van het verblijf bedraagt maximaal 12 maanden in 24 maanden (of 6 maanden in 12 maanden). Beoefenaars van een Vrij beroep: natuurlijke personen die als zelfstandige dienstverlener op het grondgebied van een partij zijn gevestigd, geen vestiging op het grondgebied van de andere partij hebben en een bonafide contract voor de verlening van diensten aan een eindverbruiker in laatstgenoemde partij hebben gesloten, zodat hun tijdelijke aanwezigheid in die partij vereist is voor de uitvoering van het dienstverleningscontract. De duur van het verblijf bedraagt maximaal 12 maanden in 24 maanden (of 6 in 12 maanden) Mode 4: Hoe werkt het in Nederland? Het arbeidsmigratiebeleid in ons land heeft de volgende hoofddoelstellingen: Het toelaten van personen van wie verwacht mag worden dat zij door hun arbeidsactiviteiten een bijdrage leveren aan de welvaart. Het beschermen van de binnenlandse arbeidsmarkt door slechts die werknemers toe te laten van wie is vastgesteld dat zij een functie zullen gaan vervullen waarvoor geen prioritair arbeidsaanbod beschikbaar is (tenzij het kenniswerkers zijn). Het beschermen van de nationale arbeidsverhoudingen en het tegengaan van oneerlijke concurrentie door te bewaken dat arbeidsmigranten marktconform worden beloond en tenminste het wettelijk minimumloon ontvangen. Het voorkomen en bestrijden van illegale tewerkstelling. - - - - Deze beleidsdoelen leiden tot een vraaggestuurde toelatingsbeleid tot de arbeidsmarkt: arbeidsmigranten moeten al een baan hebben op het moment van de vergunningaanvraag. De werkgever vraagt dan ook de tewerkstellingsvergunning (TWV) of de verblijfsvergunning voor de kennismigrant aan. Het wettelijk kader hiervoor is de Wet Arbeidsvreemdelingen (WAV). Tewerkstellingsvergunning (TWV) Een werkgever heeft een tewerkstellingsvergunning (TWV) nodig als hij een arbeidsmigrant wil tewerkstellen uit een land waarvoor geen vrij werknemersverkeer geldt. Het UWV beslist over het verlenen van een TWV. Voor het krijgen van een TWV, moet een bedrijf: eerst personeel hebben geworven in Nederland en in Europa (prioriteitgenietend aanbod/arbeidsmarkttoets). de vacature bij het UWV indienen vijf weken voordat de tewerkstellingsvergunning wordt aangevraagd zich aan de geldende arbeidsvoorwaarden houden. de buitenlandse werknemer veilige en hygiënische huisvesting aanbieden en zij mogen niet jonger dan 18 of ouder dan 45 jaar zijn. - - - - Er zijn vier soorten tewerkstellingsvergunningen: Een vergunning voor de gevraagde periode met een maximum van drie jaar. Na drie jaar komt de werknemer normaliter in aanmerking voor een verblijfsvergunning met de aantekening ‘arbeid is Vrij toegestaan’. Een vergunning onder voorwaarden. Deze is minder dan drie jaar geldig. Een vergunning voor kortdurende werkzaamheden die maximaal 24 weken geldig is. Deze tijdelijke vergunning kan niet worden verlengd. Een tijdelijke, niet-verlengbare vergunning. - - - - Geen TWV nodig In een aantal gevallen is er geen tewerkstellingsvergunning nodig: - - - - - de werknemer een kennismigrant is; de vreemdeling een verblijfsvergunning heeft voor ‘arbeid als zelfstandige’, zolang de werkzaamheden vallen onder het werk waarvoor de verblijfsvergunning is afgegeven; de werknemer zijn hoofdverblijf heeft buiten Nederland en werkzaamheden verricht waarbij hij of zij incidenteel en kortdurend in Nederland werkt; Denk aan muzikanten, gastdocenten en journalisten. Dit wordt beschreven in Besluit Uitvoering Wet Arbeid Vreemdelingen Studenten van buiten de Europese Unie die in Nederland studeren en stage moeten lopen. Als deze studenten in Nederland afstuderen, mogen ze na afronding van hun studie een jaar lang naar werk zoeken. (Zoekjaar Afgestudeerde Buitenlandse Studenten). het gaat om dienstverleners uit de Europese Unie die een dienst verrichten met eigen werknemers waarvoor geen vrij verkeer van werknemers geldt. Dienstverleners uit de Europese Unie hoeven geen tewerkstellingsvergunning aan te vragen als zij in Nederland werken met werknemers uit een land waarvoor geen vrij verkeer van werknemers geldt. Denk bijvoorbeeld aan een Duitse dienstverlener met personeel uit de Oekraïne. Dezelfde regeling geldt voor dienstverleners uit de niet EU-landen: Noorwegen, IJsland of Zwitserland. Bij dit soort grensoverschrijdende dienstverlening geldt een zogenoemde ‘notificatieplicht’. Dat betekent dat de buitenlandse dienstverlener vooraf informatie moet verstrekken aan het UWV over zijn bedrijf, over de aard van de dienst(en) en over de identiteit van de werknemers. Een ‘makkelijker’ TWV: In sommige situaties heb je wel een TWV nodig, maar je hoeft de functie niet 5 weken van te voren melden, en toekenning TWV kan ook als er prioriteitsgenietend aanbod is. Geldt alleen voor ‘Ten behoeve van de bevordering van ïnternationale handelscontacten’ (Artikel 8, derde lid, sub 2 WAV) Dit wordt uitgewerkt in de Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen, artikelen 18 en 19: Er moeten door SZW een aantal aanpassingen worden gedaan in de wetgeving om te voldoen aan onze mode 4 verplichtingen in FTA’s. Besluit Uitvoering Wet Arbeid Vreemdelingen Artikel 1 1. Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling: a. die zijn hoofdverblijf buiten Nederland heeft en die incidentele arbeid verricht uitsluitend bestaande uit: 2°. het voeren van zakelijke besprekingen of het sluiten van overeenkomsten met bedrijven en instellingen; 2. Onder incidentele arbeid als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt verstaan: • b. onder 2°, 4° en 6°, arbeid met een maximale duur van 4 weken binnen een tijdbestek van 13 weken Dit zijn de ‘verkorers van zakelijke diensten’ (business service sellers’) uit vrijhandelsakkoorden: “natuurlijke personen die vertegenwoordiger van een dienstverlener van een partij zijn en tijdelijke toegang tot het grondgebied van een andere partij wensen om voor die dienstverlener over de verkoop van diensten te onderhandelen of overeenkomsten voor de verkoop van diensten te sluiten. Zij verkopen niet direct aan het publiek en ontvangen geen beloning uit een bron op het grondgebied van de gastpartij” De toegestane maxijiiale duur van verblijf is nu vier weken binnen een tijdbestek van 13 weken. Om aan te sluiten bij de afgesproken periode van ten hoogste 90 dagen gedurende een tijdbestek van 12 maanden in vrijhandelsakkoorden, moet artikel 1 Besluit WAV door SZW per 1januari 2013 worden aanpast. Uitvoeringsregels Wet arbeid vreemdelingen behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit Wet arbeid vreemdelingen Artikel 18 In artikel 8, derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen is bepaald dat ten behoeve van de bevordering van internationale handelscontacten afwijking mogelijk is van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen. In de navolgende gevallen zal deze mogelijkheid kunnen worden toegepast: b. in geval van internationale dienstverlening door bedrijven voor zover daarop verdragsbepalingen aangegaan in het kader van de General Agreement on Trade in Services (GATS) van toepassing zijn en die hun eigen personeel ter uitvoering van de dienst in Nederland willen laten werken, zal zonder toets aan de arbeidsmarktsituatie in Nederland een tewerkstellingsvergunning worden verstrekt, indien aan de navolgende voorwaarden wordt voldaan (...) Dit zijn de ‘dienstverleners oo contractbasis’ (Contractual Service Suppliers/CSS) uit de General Agreement on Trade in Services (GATS). Dit artikel moet door SZW per 1januari 2013 worden aangepast, zodat ook de afspraken over CSS uit bilaterale vrijhandelsakkoorden eronder vallen (de GATS is namelijk een specifiek multilateraal handelsakkoord). Daarnaast wordt het aantal sectoren uitgebreid en de duur van het verblijf verlengd naar maximaal 12 maanden in 24 maanden Artikel 19 (internationalisering bedrijfsleven) a) grote internationale concerns; in het kader van de bevordering van internationale handelscontacten kan worden afgeweken van de eisen van 5 weken van te voren melden en het voorgaan van prioriteitsgenietend aanbod. (Artikel 8, derde lid, sub 2 (a) en (b) WAV, voor: Personeel oo sleuteliDosities in een groot zelfstandig op winst gericht bedrijf of complex van bedrijven. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt met betrekking tot de grootte van het bedrijf of complex van bedrijven een omzetcriterium vast. Sleutelposities zijn in dit artikel leidinggevende of specialistische functies op tenminste HBO-niveau met een brutosalaris van minimaal € 51.239,00 pij. Dit is het ‘stafersoneeI’ (key ersonnel) uit vrijhandelsakkoorden: natuurlijke personen die bij een rechtspersoon uit een partij, niet zijnde dan een Organisatie zonder winstoogmerk, werkzaam zijn en verantwoordelijk zijn voor het opzetten van dan wel voor een goed toezicht op, een go ede administratie en exploitatie van een vestiging. Tot het sta fpersoneel behoren tevens ,,zakelijke bezoekers” die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van een vestiging en ,,binnen de onderneming overgeplaatste personen”; binnen de onderneming o vergep/aatste personen (1 ntra Co rro rate Tra nsferees/ICT’s),: natuurlijke personen die tenminste een jaar werknemer of partner (niet zijnde meerderheidsaandeelhouder) van een rechtspersoon uit een partij zijn en die tijdelijk naar een vestiging (met inbegrip van dochterondernemingen, filialen of bijkantoren) op het grondgebied van de andere partij zijn overgeplaatst. De betrokken natuurlijke persoon moet tot een van de volgende categorieën behoren. managers of specialisten De duur van het tijdelijke verblijf van sta fpersoneel bedraagt ten hoogste drie jaar voor binnen de onderneming overgeplaa tste personen Om aan te sluiten bij de bepalingen uit de vrijhandelsakkoorden, wordt Artikel 19.1.a door SZW per 1 januari 2013 aangepast zodat de opleidings- en salariseis komt te vervallen voor de ‘binnen de onderneming overgeplaatste personen’. Ook het omzetcriterium is niet FTA-conform. Ook moet het zo worden aangepast dat de duur van het tijdelijke verblijf van stafpersoneel maximaal drie jaar mag zijn. 10 2 a 10 2 g Trainees. De trainee beschikt over een opleiding op HBO- of universitair niveau, een trainee programma wordt overgelegd, waaruit de noodzaak van tewerkstelling in Nederland blijkt; de tewerkstelling onder marktconforme arbeidsvoorwaarden plaatsvindt, en de periode van tewerkstelling minder bedraagt dan 3 jaar. Dit zijn de ‘afgestudeerde stagiairs’(graduate trainees) uit vrijhandelsakkoorden: natuurlijke personen die ten minste een jaar in dienst zijn van een rechtspersoon uit een partij, die universitair afgestudeerd zijn en die voor loopbaanontwikkeling of een opleiding in bedrijfskundige technieken of methoden tijdelijk naar een vestiging op het grondgebied van de andere partij zijn overgeplaatst. Van de ontvangende vestiging kan worden verlangd dat zij vooraf ter goedkeuring een opleidingsprogramma voor de volledige duur van het verblijf voorlegt, om aan te tonen dat het verblijf bdoeld is voor opleiding op het niveau van een universitaire graad De duur van het tijdelijke verblijf afgestudeerde stagiairs bedraagt ten hoogste drie jaar Hier hoeft niets voor te worden aangepast. Specialisten. Daarnaast kan ten aanzien van werknemers die naar Nederland worden overgeplaatst in verband met de overdracht van specifieke kennis en technieken, voorzover de tewerkstelling van deze vreemdelingen in Nederland de duur van één jaar niet overschrijdt en de vreemdelingen beschikken over een voltooide opleiding op ten minste HBO-niveau Om aan te sluiten bij de bepalingen uit de vrijhandelsakkoorden, wordt door SZW per 1 januari 2013 voor deze specialisten categorie de verblijfsduur verlengd van één naar drie jaar, en de opleidings-eis afgeschaft. (Een andere optie is om deze laatste paragraaf helemaal af te schaffen, omdat specialisten onder de categorie ‘binnen de onderneming overgeplaatste personen (ICT’s) vallen volgens vrijhandelsakkoorden) b) vestiging kleine bedrijven Ten behoeve van het starten, wijzigen of uitbreiden van bedrijfsactiviteiten wordt alleen een tewerkstellingsvergunning afgegeven indien uit een door een deskundige instantie opgesteld ondernemingsplan blijkt dat deze bedrijfsactiviteiten en de onderneming voldoende levensvatbaar en economisch haalbaar zijn. De beloning van het sleutelpersoneel is marktconform. Dit zijn de zakelijke bezoekers (business visitors)uit vrijhandelsakkoorden: natuurlijke personen met een sta ffunctie die verantwoordelijk zijn voor het opzetten van een vestiging, Zij verrichten geen directe transacties met het publiek en ontvangen geen beloning uit een bron die in de gastpartij is gevestigd; De duur van het tijdelijke verblijf van zakelijke bezoekers bedraagt ten hoogste negentig dagen gedurende een periode van twaalf maanden Om aan te sluiten bij de bepalingen uit de vrijhandelsakkoorden, wordt door SZW per 1januari 2013 deze bepaling zo aangepast dat het niet alleen meer geldt voor het vestigen van ‘kleine’ bedrijven, en dat de belonings-eis en de beoordeling van het ondernemerspian vervallen (dit laatste is immers een verkapte economic needs test). Er staat nu niets in de wet over de lengte van de verblijfsduur, als dit wel moet worden opgenomen, dan graag een maximale duur van 90 dagen gedurende een periode van 12 maanden. c) sleutelpersoneel; personeel in leidinggevende of specialistische functies, zoals genoemd in EU Associatieakkoorden. Hier is het Associatieakkoord van toepassing en kan er dus worden afgeweken van de voorwaarden van de tewerkstellingsvergunning en een inkomenscriterium. Voor Associatie-akkoorden gelden dus andere regels voor sleutelpersoneel dan voor Vrijhandelsakkoorden, maar die worden hier alleen omschreven als personeel in leidinggevende of specialistische functies, terwijl de trainees en zakelijke bezoekers ook onder de definitie van sleutelpersoneel vallen in Associatie-akkoorden. Dit moet dus worden aangepast, makkelijkst lijkt mij om sleutelpersoneel verder niet te definiëren. Alle aanpassingen van 19.a en 19.b kunnen ook vervangen worden door het aangepaste artikel 19.c ook van toepassing te laten zijn op Vrijhandelsakkoorden. Dan ben je een stuk sneller klaar ;) d. Non-profit organisaties Ten behoeve van de tewerkstelling van sleutelpersoneel voor de duur van minder dan drie jaar van grote internationaal georiënteerde non-profit organisaties kan worden afgeweken van artikel 8, eerste lid, onder a en b, van de Wet arbeid vreemdelingen. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen stelt met betrekking tot de grootte van de internationaal georiënteerde non-profitorganisaties een criterium vast. Onder sleutelpersoneel wordt in dit verband verstaan: vreemdelingen in leidinggevende of specialistische functies op ten minste HBO-niveau, die voor de Organisatie van direct belang zijn vanwege de internationale activiteiten van de Organisatie. De beloning van het sleutelpersoneeT is marktconform. Nav het verzoek van 10 1022ag zal dit ook moeten worden aangepast, in zoverre dat onder sleutelpersoneel niet alleen managers en specialisten vallen, maar ook zakelijke bezoekers, trainees en de ‘investor’ categorie (zie hieronder). Dit is natuurlijk het makkelijkst op te lossen door sleutelpersoneel verder niet te definiëren, of te zeggen ‘zoals gedefinieerd in handelsakkoorden’. Het criterium van de grootte van de internationaal georiënteerde ngo moet ook komen te vervallen, want dit kan denk ik worden gezien als een economic needs test. Let op! Tijdeijke bezoekers voor zaken/Short term visitors for business purposes Hierover worden alleen in EPA Cariforum en in FTA Peru/Colombia afspraken gemaakt tav inspanningsverplichtingen: “de partijen streven, in overeenstemming met hun respectieve wetgeving, naar vergemakkelijking van de toegang van tijdelijke bezoekers voor zaken tot hun grondgebied en van hun verblijf aldaar voor het uitoefenen van de volgende activiteiten” In FTA Canada gaat het echter om harde markttoegangsverplichtingen (zie hieronder voor de bepalingen en de sectoren). We hebben hier niet mee in kunnen stemmen, en NL heeft specifieke uitzonderingen gekregen in CETA voor deze categorie Independent Pro fessional: hoe & wat Het probleem is dat er op dit moment niets in de Nederlandse wet geregeld is voor de zogenaamde ‘Independent Professionals’ (IP’s) zoals gedefinieerd in vrijhandelsakkoorden. De vraag is wat er gebeurt als een IP, afkomstig uit een land waar we een FFA mee hebben afgesloten, aan de NLse grens staat, en vraagt om tijdelijk verblijf om zijn dienst aan te bieden. Denk aan een Peruaanse architect of een Colombiaanse belastingconsulente. In het Nederlands wordt deze groep vertaald als ‘beoefenaars van een vrij beroep’, en gedefinieerd als “natuurlijke personen die als zelfstandige dienstverlener op het grondgebied van een partij zijn gevestigd, geen vestiging op het grondgebied van de andere partij hebben en een bonafide contract voor de verlening van diensten aan een eindverbruiker in laatstgenoemde partij hebben gesloten, zodat hun tijdelijke aanwezigheid in die partij vereist is voor de uitvoering van het dienstverleningscontract” In het vrijhandelsakkoord wordt deze groep toegang tot de EU markt verleend onder de volgende voorwaarden: a) de natuurlijke personen moeten voor het verlenen van een dienst tijdelijk zijn aangetrokken als op het grondgebied van een andere partij gevestigde zelfstandige en een dienstverleningscontract hebben gesloten voor een periode van maximaal twaalf maanden; b) de natuurlijke personen die het grondgebied van een andere partij binnenkomen, moeten op de datum waarop het verzoek om toegang tot dat grondgebied wordt ingediend, al ten minste zes jaar beroeservarinci hebben in de bedrijfstak waarop het contract betrekking heeft; c) de natuurlijke personen die het grondgebied van een andere partij binnenkomen, hebben: 1) een universitaire graad of een kwalificatie waarmee hun kennis op een gelijkwaardig niveau wordt aangetoond; ii) de beroeskwalificaties die de wet- of regelgeving van de partij waar de dienst wordt verleend eventueel voorschrijft voor het uitoefenen van de desbetreffende activiteit; d) de duur van het tijdelijke verblijf van natuurlijke personen op het grondgebied van de desbetreffende partij bedraagt over een periode van 12 maanden of, als het contract korter duurt, voor de duur van het contract, in totaal maximaal 6 maanden of, in het geval van Luxemburg, 25 weken; e) de krachtens dit artikel verleende toegang betreft uitsluitend de dienstenactiviteit waarop het contract betrekking heeft en geeft geen recht op het voeren van de beroepstitel van de partij waar de dienst wordt verricht; f) andere discriminatoire beperkingen, zoals op het aantal natuurlijke personen in de vorm van een onderzoek naar de economische behoefte, die zijn gespecificeerd in aanhangsel X In eerste instantie wilden we deze IP’s een verblijfsvergunning als zelfstandige laten aanvragen, maar dan moet hij voldoen aan de criteria zoals beschreven in artikel 3.30 van het Vreemdelingenbesluit voldoet: Hij verricht arbeid als zelfstandige of gaat deze verrichten, waarmee naar het oordeel de Minister van EL&I een wezenlijk Nederlands belang is gediend, Hij verwerft uit die werkzaamheden duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan. Hij voldoet aan de bevoegdheidsvereisten voor de uitoefening van die arbeid en aan de vereisten voor het uitoefenen van het desbetreffende bedrijf. - - - Ander in de “Beleidsregel advisering toelating vreemdelingen als zelfstandig 10 2 a g onderwerp ondernemer in Nederland 2010” een puntensysteem is opgenomen waarmee wordt bepaald of een vreemdeling daadwerkelijk een wezenlijke bijdrage levert aan de Nederlandse economie. De vreemdeling wordt beoordeeld op zijn of haar persoonlijke ervaring, ondernemingsplan en de toegevoegde waarde van de economische activiteiten voor de Nederlandse economie. Op basis van de uitkomst van het puntensysteem brengt de minister aan de IND advies uit over de toelating van de vreemdeling. Het probleem is nu dat het onderzoek naar het dienen van een wezenlijk Nederlands belang kan worden gezien als een onderzoek naar de economische behoefte. En dit mag niet als we dit niet specifiek hebben aangegeven in het vrijhandelsakkoord, en dat hebben wij als NL niet. Tijdens ons overleg vorig jaar zijn we samen met 10 2 e tot de conclusie gekomen dat we deze IP’s een verblijfsvergunning als zelfstandige kunnen geven, waarbij we niet het puntenstelsel uit de “beleidsregel advisering toelating vreemdelingen als zelfstandig ondernemer in Nederland 2010” gebruiken, maar de criteria zoals beschreven in de vrijhandelsakkoorden (dus je moet een contract hebben, een universitaire opleiding, beroepservaring etc) 1010 2 a2 g moet hiervoor het Voorschrift Vreemdelingen worden aangepast op zo’n manier dat voor IP’s dus niet het puntensysteem wordt gebruikt, maar dat er voor het toekennen van een verblijfsvergunning de criteria in het desbetreffende vrijhandelsakkoord worden gebruikt. 10 niet de criteria letterlijk over te nemen, maar te verwijzen 1022ag naar het vrijhandelsakkoord. Immers de criteria kunnen op kleine puntjes verschillen, en anders moeten we het steeds aanpassen. 10 2 a Aantallen: De strenge criteria in de vrijhandelsakkoorden voor de toegang voor IP’s tot de EU markt, zorgen ervoor dat er geen grote toestroom valt te verwachten. Tot op heden is er bijvoorbeeld nog nooit gebruik gemaakt van deze route zoals beschreven in het CARIFORUM vrijhandelsakkoord (in werking sinds 2008). Ook andere EU Lidstaten melden slechts enkele aanvragen per jaar. Zie artikel van 127 van het FTA Peru/Colombia (in bijlage) voor de bepalingen, de maximale verblijfsduur is 6 in 12 maanden (artikel 127.4.d) Inwerkingtreding van een vrijhandelsakkoord: Vrijhandelsakkoorden (Free Trade Agreements, FTA’s) zijn zogenaamde gemengde verdragen. Dit betekent dat zowel de EU als de EU Lidstaten partij zijn bij het verdrag. Het verdrag treedt pas officieel in werking als alle partijen het hebben geratil9ceerd volgens de eigen ratificatieprocedures. Na ondertekening van het akkoord kan het nog 2-3 jaar duren voordat het akkoord officieel in werking treedt. In Nederland duurt onze ratificatieprocedure van een internationaal verdrag ook minstens één jaar (er moet een Memorie van Toelichting worden geschreven, deze moet door de Ministerraad, vervolgens worden voorgelegd aan de Raad van State, die geeft commentaar, dat commentaar moet worden verwerkt, dan kan het naar de Tweede Kamer worden gestuurd, daar is een debat, dan pas naar de Eerste Kamer, weer een debat, en uIteindelijk naar de Koningin voor ondertekening). De EU kan besluiten het verdrag alvast ‘voorlopig toe te passen’, voordat de ratificatie in alle 27 EU Lidstaten officieel rond is. Hiervoor moet het Europees Parlement wel al met het akkoord hebben ingestemd, en moet ook de ratificatie bij de andere verdragspartij rond zijn. Alleen die onderdelen waar de EU LS nog volledige nationale competentie hebben, kunnen buiten de voorlopige toepassing vallen. Denk bijvoorbeeld aan strafrechtelijke bepalingen bij inbreuk op intellectuele eigendomsrechten, of bepaalde onderdelen van het Cultureel Protocol. In de praktijk wordt dus vrijwel het gehele akkoord al toegepast voordat de ratificatieprocedure officieel rond is. Bij FA Peru/Colombia verliep het proces als volgt: • Op 19 januari 2009 keurde de Raad het onderhandelingsmandaat voor de Europese Commissie goed. • De onderhandelingen met Colombia, Peru en Ecuador over het Vrijhandelsakkoord zijn op 9 februari 2009 gestart • In juli 2009 heeft Ecuador besloten haar deelname aan de onderhandelingen op te schorten, waardoor het uiteindelijke akkoord alleen tussen de EU en Colombia en Peru is onderhandeld. • Op 13 april 2011 is het Vrijhandelsakkoord geparafeerd door de EU-commissaris voor Handel en de Colombiaanse en Peruaanse ministers voor Handel in Brussel. Daarna duurt het ongeveer een jaar om het verdrag in de talen van alle EU lidstaten te vertalen en juridische helemaal te checken. • De ondertekening van het Vrijhandelsakkoord vond plaats op 26 juni 2012 in Brussel. • Het Europees Parlement heeft het akkoord op 11 december 2012 goedgekeurd. Het wachten is nu op goedkeuring door de Peruaanse en Colombiaanse parlementen. Het is onduidelijk wanneer dit precies gaat gebeuren, maar de verwachting is binnen enkele maanden. Dan zouden de EU en Peru/Colombia tot voorlopige toepassing kunnen overgaan per 1 juli 2013. Helaas kan ik hier dus geen 100% zekerheid over geven FTA’s waar afspraken zijn gemaakt over de toegang en verblijf van IP’s: EU CARIFORUM. Het EU CARIFORUM Economic Partnership Agreement (EPA) is het eerste vrijhandelsovereenkomst waar afspraken zijn gemaakt over de toegang en het tijdelijk verblijf van Independent Professionals (IP’s)/ ‘beoefenaars van een vrij beroep’). Het is een ‘ontwikkelingsvriendelijk’ akkoord met Caribische landen van de CARIFORUM regio: Antigua & Barbuda, Bahamas, Barbados, Belize, Dominica, Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Haïti, Jamaica, Sint Lucia, Sint Vincent & Grenadines, Sint Kitts & Nevis, Suriname en Trinidad & Tobago; Alle verdrags-partijen, inclusief de EU, ondertekenden het verdrag op 15 oktober 2008, m.u.v. Guyana, dat tekende op 20 oktober 2008, en Haïti, dat tekende op 11 december 2009. - Het akkoord wordt voorlopig toegepast sinds 29 december 2008, maar is nog niet officieel in werking getreden. Zie voor de IP bepalingen artikel 83 en verder van het EPA Cariforum (in bijlage) Artikel 83.2.e geeft aan dat het om een periode van maximaal 6 in 12 maanden gaat. Zie voor het MvT: httj://www.euroia-nu.nl/id/vit3nlblcir5/memorie van toelichting memorie van FTA Oekraïne De onderhandelingen met Oekraïne zijn in december 2011 afgerond, de parafering vond plaats op 19 juli 2012. Sindsdien ligt het ratificatieproces aan EU zijde stil vanwege de politieke situatie in Oekraïne. 1 0 In artikel 2102 staan de IP bepalingen (zie bijlage). Ook hier geldt weer een maximale verblijfsduur e maanden. van 6 in 12 FTA’s waar géén afspraken zijn gemaakt over de toegang en verblijf van IP’s: FTA LU-KOREA FA Korea wordt voorlopig toegepast sinds 1 juli 2011. Nederland heeft het verdrag in maart 2012 geratificeerd. In het FTA worden geen afspraken gemaakt over de toegang van IP’s, anders dan wordt afgesproken twee jaar na het einde van de Doha-onderingelingen in de WTO hier verder over te praten. (zie artikel 7.20 van het FTA http://eur lex.euroia.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ :L:2011 :127:0006:1343 :EN :PDF Aangezien de Doha onderhandelingen stil liggen, kan het dus nog heel lang gaan duren voordat er verdere afspraken worden gemaakt. FTA Centraal-Amerika Het FTA met Centraal-Amerika (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama) is op 29 juni 2012 ondertekend. Het EP heeft het op 11 december 2012 goedgekeurd. Verwachting is dat het ergens in 2013 voorlopig wordt toegepast. In artikel 176 staat alleen dat de partijen hun verplichtingen uit de GATS herhalen, er worden dus geen nieuwe afspraken gemaakt. Zie: http://trade.ec.euroia.eu/doclib/docs/201 1/march/tradoc 147664.rdf Ander onderwerp Ander onderwerp CONTACTPERSONEN DIENSTEN INTERN EL&I [ WAT WIE Grensoverschrijdende Dienstverlening 10 2 e (mode 1 & 2) Vestiging (mode 3) Interne regelgeving (domestic regulation) Investeringen Telecomdiensten Post en Koeriersdiensten E-Commerce Publieke diensten Erkenning beroepskwalificaties Juridisch kwesties INTERDEPARTEMENTAAL WAT Mode 4 /ICT-richtlijn WIE 10 2 e Financiële Diensten Luchtvaart Maritieme Diensten Gezondheidszorg Onderwijs Notarissen/Advocaten Gerechtsdeurwaarders Technische Testen (R&TTE richtlijn) Woningcorporaties Pensioenen/uitzendbureaus Bedrijven Bedrijf ING ABN AMRO ABN AMRO Rabobank Rabobank WIE Email 10 2 e KPN KPN Randstad Wie Branche Kivi Niria (Ingenieurs) 10 2 e NABU (Baggeraars) BNA (Architecten) NBA (Accountants) Holland Rail Industry Advocatenorde VNO NCW KvK Maritiem 10 2 e Post via 10 2 e Email