FR OM THE DE SK OF _____________________________ RO GE R L IP S SENT BY FAX: +31(0)88-6990164 Parket-Generaal College van Procureurs Generaal t.a.v. de voorzitter, de heer G.W. van der Burg Postbus 20305 2500 EH Den Haag Date Reference C.C. : Juli 31, 2019 : Day in court en vrij reizen : mr W. Koops en Mr C. Noorduyn Geachte heer van der Burg, Ik richt mij tot u – mede namens mijn vrouw - omdat u symbool staat voor het Openbaar Ministerie. Onze parketnummer(s) en onze strafzaken zullen bij u bekend zijn. Bij wijd verspreid gerucht heb ik honderden miljoenen euro’s van twee staatsbanken kwijtgemaakt en ben ik zelfs persoonlijk verantwoordelijk voor de ondergang van SNS Reaal. Ik ga gebukt onder dat gerucht, al heel lang. Ik heb niets kwijt gemaakt en de banken zoeken al jaren, succesvol, een zondebok, en ik wil en kan, en ik mag, dat niet worden. Ook mijn vrouw niet. Zij is bewust meegesleurd en haar lot is bestempeld als door mij veroorzaakte “collateral damage”. Uw organisatie lijkt bij vlagen in wanorde. Ik heb geen begrip voor die wanorde. Wat er ook gebeurd is aan uw kant in mijn strafzaak, en onder welk parketnummer dan ook: ik eis berechting, en ik wíl een oordeel. Dus ten einde raad vraag ik nu ook op deze wijze aan het openbaar ministerie: Wanneer krijg ik mijn kans mijn onschuld te bewijzen? U heeft een berechting en vrij reizen aangekondigd en beloofd. Dat deed u heel concreet: de aankondiging én de belofte. U weet dat wij er al jaren geduldig op wachten. Er is overleg geweest over wanneer. Over hoe. Maar een berechting, zelfs maar een start van een berechting: nee, die ontbreekt nog steeds. Zo ook ontbreekt iedere concrete actie om het vrij reizen te realiseren. Geeft u mij een berechting alstublieft. Ik háát de achterkamertjes. John van den Heuvel, en allerlei anderen, stonden al jaren geleden te vertellen dat ik fout was. En sindsdien word ik uitgebreid, en publiekelijk, bespot, omdat ik fout zou zijn. Maar ik ben niet fout. En ik sta overeind. Ik leef niet van zwart geld; ik heb hier in Dubai een nieuw bestaan weten op te bouwen, heel voorzichtig, en nee: niet van stiekem geld uit enig faillissement. P . O. B OX 937537 – DUB AI – UN ITE D AR AB EM IR ATE S – R OGER@ LIPS. C H FR OM THE DE SK OF _____________________________ RO GE R L IP S Ik wil hardop zeggen dat ik nooit fout zat en, ook niet als bestuurder, nooit geld achterover heb gedrukt. Ik wil nu, na al die tijd, aan een onafhankelijke rechtbank (waarvan ik hoop dat die bestaat) kunnen uitleggen dat en waarom ik onschuldig ben en dat mijn vrouw ten onrechte in deze misère is meegetrokken. Daar hebben wij recht op. Er gebeurt alleen niets. Er komen nieuwe officieren die maanden en maanden nodig hebben om zich in te lezen en dan gebeurt er weer niks. Er worden loze toezeggingen gedaan. Wij vragen al sinds februari om een dagvaarding. Onze advocaten hebben gemaild, gebeld en geschreven, maar de zaaksofficieren komen niet over de brug met een concrete beschuldiging waartegen mijn vrouw en ik ons kunnen verweren. Het is de omgekeerde wereld. Deze situatie en de kennelijke onverschilligheid van de macht, maakt ons wanhopig Al 6 jaar worden wij “in achterkamertjes” gestraft op basis van “de grote leugen” van de Staatsbanken ABN AMRO Bank en SNS Reaal. De twee Staatsbanken wilden de macht over het Lips Concern, toen ze zenuwachtig werden vanwege de bancaire crisis in de jaren 2011-2013. En passant wilde SNS Reaal haar eigen wanpraktijken en onkunde verhullen door de focus van hun ondergang te verleggen. Aan mij de twijfelachtige eer. Ze wilden het recht in eigen hand nemen, zich vergrijpen aan de ruim een miljard euro aan vastgoedprojecten en dulden geen enkele kritische noot, inbreng of weerstand van de andere grote stakeholder: Roger Lips. Ze wilden, door hun eigen financiële nood gedreven, koste wat het kost geld vrijmaken: Het kon die staatsbanken niet schelen hoe en of dat andere stakeholders schade zou berokkenen. Zij kochten de advocaten die dat gingen doen, de curatoren. Om bovenstaande reden kozen de banken ervoor mij persoonlijk om te trekken en mij van de grip en controle te ontdoen. Dit zodat de banken het de facto via hun advocaten, de curatoren, helemaal voor het zeggen kregen. Iets wat onmogelijk is zonder eerst mij persoonlijk “om zeep te helpen”. Het forceren van mijn persoonlijke faillissement door ABN AMRO Bank (SNS Reaal had niets van mij persoonlijk te vorderen) is dan ook oneigenlijk, een ernstige schending van hun zorgplicht en diende geen enkel ander doel dan zich toegang verschaffen tot het Lips concern met misbruik van de faillissementswet. De door de rechtbank aangestelde curatoren zijn niet meer en niet minder gebleken dan een persoonlijk incassobureau voor ABN AMRO Bank en SNS Reaal. Deze twee banken dicteerden de totale vernietiging van mij, mijn concern, mijn vrouw en ons gezin en hun incasso-advocaten zijn daar als enige, persoonlijk, beter van geworden. Deze advocaten van twee staatsbanken, én uw openbaar ministerie, zeggen net zoals John van den Heuvel dat ik wél fout zou zijn. En van een afstand kijken sommige rechters toe die over het geld van de faillissementen gaan. Zij wijzen geïrriteerd hun tamelijk oppervlakkige, summier genomen beslissingen, hoe zorgvuldig ze ook zijn uitgeschreven. Ik denk omdat mijn verzet als irritant is ervaren. En tegelijk: al die beslissingen zijn het verlengstuk van één nooit beoordeelde hoofdgedachte, één welwillend beschouwd maar onjuist uitgangspunt: De bewering dat wij in 2008 en 2009 opzettelijk en met voorbedachten rade, wetende van de Page 2 of 3 FR OM THE DE SK OF _____________________________ RO GE R L IP S onafwendbaarheid van een faillissement in 2013, allerlei transacties hebben verricht. Die stelling is volstrekt onhoudbaar en tot op de dag van vandaag onbewezen. Deze stelling is echter wel de grondslag op basis waarvan de faillissementen van mij, mijn Lips concern, de holding van mijn vrouw alsook mijn vrouw persoonlijk zijn geforceerd. Diezelfde “grote leugen” is ook het alibi om ons al 6 jaar “gevangen” te houden in onze “gouden kooi” zonder paspoort, met gijzelingen boven ons hoofd en zonder een “day in court”. Deze brief gaat niet over geld. Dit gaat erover dat u mij de kans ontneemt om aan te tonen dat ik onschuldig ben. Dit gaat niet over de afgelopen jaren, niet over afstandelijke ruzies over geld, maar over de kern: over dat ik onschuldig ben. En daarmee gaat het over de toekomst van mijn naasten en mijzelf. Onder die naasten valt zeker ook mijn echtgenote. Ook zij heeft niets te maken met de honderden miljoenen euro’s waarvoor ik de schuld krijg. De afwikkelaars van de faillissementen waarin ik een rol heb, kijken geamuseerd toe op allerlei privé-ellende, en over hoe ik me handhaaf, - en dat amusement is ongepast. Deze advocaten verrijken zich al jarenlang op aangeven van mijn vijand, de staatsbanken en dat over mijn rug (en die van de door hun toedoen benadeelde andere schuldeisers). Mijn moeder stierf, maar ik mocht ondanks wanhopige smeekbedes (officier van justitie, rechters-commissaris, betrokken curatoren, allemaal op één dag!) niet eens afscheid van haar nemen of naar haar begrafenis. Mijn echtgenote heeft naasten, is momenteel vanwege een terminaal zieke zus wanhopig, maar kan niet bij die naasten langs. U schreef ons plotseling, een paar weken terug: “u kunt vrij reizen”, maar tot op de dag van vandaag is die belofte niet ingelost. Enig amusement is ongepast. En enig begrip, enige aarzeling of wij als Nederlanders er nog bij horen, kunnen we niet bespeuren. Wij zijn geen vluchtelingen. Wij zijn verjaagd, ordinair verbannen en gestript van ons Nederlanderschap. Dit is niet anders uit te leggen. We willen vrij kunnen reizen, Nederland kunnen bezoeken, en we willen ons gelijk. Want dat hebben we. We willen het krijgen. Na de afgelopen zes jaar alles over me heen te laten komen, na al die tijd, eis ik dat u uw taak ter hand neemt: dat u dagvaardt. Kom maar op. Ik eis ook dat de belofte dat wij vrij kunnen reizen wordt nagekomen, het is mooi geweest met de straf. Wij moeten er van op aan kunnen, dat als het Openbaar Ministerie stelt dat wij vrij kunnen reizen, dat dan feitelijk zo is. Nog steeds is dit niet geregeld, ik begrijp dat niet. Ik hoop op zeer korte termijn van het Openbaar Ministerie te mogen vernemen. Hoogachtend Roger Lips Page 3 of 3