Vragen Konings 1. U antwoordde het volgende op de vraag of de 14-dagenbrief naar het door opdrachtgever opgegeven postadres en e-mailadres wordt gestuurd: 'Bij particulieren wordt dit in ieder geval altijd verzonden.' Wij hebben zelf de proef op de som genomen door drie incasso-opdrachten te verstrekken. Uit ons eigen onderzoek hebben wij vast kunnen stellen dat dit niet het geval is. Graag uw antwoord. ANTWOORD II: De dossierbehandelaar beslist of een 14-dagenbrief per post of per e-mail wordt verzonden in een dossier waarbij een wederpartij een particulier is. Als er indicaties of klantafspraken zijn dat een schuldeiser reeds een 14-dagenbrief heeft verzonden, verzenden wij deze niet opnieuw. De wetgever heeft deze verplichting ook bij de schuldeiser gelegd. Aangezien ons geen dossiernummers verstrekt zijn kunnen wij over de proefopdrachten geen concreet antwoord geven op dit moment. 2. In een gedocumenteerd geval vraagt IVB de klant al om toestemming te gaan procederen voordat de termijn van de ingebrekestelling is verstreken. Waarom adviseert IVB de klant om te dagvaarden terwijl de termijn nog niet is verstreken? ANTWOORD: Deze zaak zouden wij nader bestuderen om daar een zinnig antwoord op te geven. Daar zal een reden voor zijn geweest. Dit is in elk geval geen standaardwerkwijze. Op basis van ons onderzoek gebeurde dat wel. We kregen twee van de drie keer binnen de termijn advies om te gaan dagvaarden. Uw antwoord klopt dus niet. Graag uw reactie. ANTWOORD II: De dossierbehandelaar kan met de opdrachtgever de dagvaardingsprocedure bespreken voordat een 14-dagentermijn is verstreken. Wij laten feitelijk geen dagvaarding betekenen bij de schuldenaar voordat de 14-dagentermijn is verstreken. Het innen van incassokosten in de minnelijke fase is een belangrijk verdienmodel, dus wij hebben geen enkel belang om deze fase over te slaan. De reden waarom dat in twee van de drie voorbeelddossiers gebeurd is zoals u stelt, is lastig te zeggen. 3. Een medewerker vertelde ons dat de schuldenaar contact heeft gezocht met IVB. Er zou een call memo zijn. Wij hebben proefondervindelijk kunnen vaststellen dat dat niet kan kloppen. Wij hebben niet gebeld. Graag uw reactie. ANTWOORD II: Aangezien u geen dossiernummer heeft gegeven, kan ik het dossier niet inzien en ook een mederwerker niet vragen. Wij vermoeden dat er sprake is van een vergissing want dit is een standaard werkwijze. 4. U stelt dat er wel een overzicht wordt gegeven van de kosten. Ook de gevolgen van verweer zouden worden besproken. Maar uit ons onderzoek blijkt wat anders. Er wordt over de telefoon met geen woord gerept over kosten bij verweer, de kantoorkosten, de portokosten, de kosten voor de emails etc. Wij stellen vast dat er een grote discrepantie bestaat tussen de voorwaarden en hetgeen telefonisch wordt medegedeeld. Graag uw reactie. ANTWOORD II: Wij bespreken de dagvaardingsprocedure telefonisch. Op vragen van clienten wordt steeds antwoord gegeven. Daarna zenden wij altijd een schriftelijke oprachtbevestiging waarin mogelijke scenario’s zijn uitgewerkt en risico’s zijn beschreven. Bij dit beleid is tevens de factuur toegevoegd. Bij akkoord kan de client de factuur betalen en start de procedure. Wij starten nimmer gerechtelijke procedures zonder dat een opdrachtgever akkoord is met de schriftelijke opdrachtbevestiging. Ik heb geconstateerd dat de portokosten, informatiekosten en de kosten voor een dossiermap niet zijn vermeld in de opdrachtbevestiging. Dit zullen wij zo spoedig mogelijk toevoegen. Overigens is dit ook nooit een probleem voor opdrachtgevers. 5. Uw medewerkers zeggen in de gesprekken dat de kosten zullen worden verhaald op de debiteur. Uw medewerkers vertellen niet dat het onzeker is of de proceskosten verhaald kunnen worden. Ook wordt met geen woord gerept over art. 20. Graag uw reactie. Dit is niet ons beleid. Wat medewerkers mogen zeggen is dat wij zoveel mogelijk trachten de kosten te verhalen op de debiteur. Er zijn namelijk diverse scenario’s mogelijk waarin dit ook lukt. Zij dienen te verwijzen naar het beleid dagvaarding waarin scenario’s zijn uitgewerkt en risico’s zijn beschreven. Enkel en alleen op basis van akkoord hierop wordt de opdracht aangegaan. Medewerkers worden regelmatig op dit vlak getraind en wij zijn er van overtuigd dat zij de informatie zorgvuldig en breed verstrekken. 6. Waarom is er zo’n grote discrepantie tussen de AV en hetgeen telefonisch wordt medegedeeld? Conform het vingerende beleid zou er geen discrepantie mogen zijn. Indien wij een telefonisch iets anders zouden vertellen dan in de opdrachtbevestiging terugkomt zou een client meteen het vertrouwen verliezen. Wij bestrijden dan ook dat er sprake is van discrepanties. 7. U verdedigt art 20. U zegt: “Ons inziens moeten kosten worden betaald, als een dossier wordt gesloten en ze niet verhaald zijn. Wij zijn geen no cure no pay overeengekomen voor de gerechtelijke fase, slechts voor de minnelijke fase onder voorwaarden.” Waarom laat u klanten twee keer betalen voor de procedure? Wij komen een tarief overeen conform de overeenkomst van opdracht. Dat is ons inziens niet hetzelfde als iemand twee maal laten betalen. Zoals eerder aangegeven en onderbouwd met voorbeelden is deze clausule niet vreemd in de branche. Wel hebben wij de intentie de voorwaarden op het punt van art. 20.2 voor de toekomst aan te passen om zo nog concurrender te worden in onze branche. 8. U zegt: “Het is dus een bewuste keuze om gebruik te maken van verdere diensten.” In het gerechtelijke traject. Maar als klanten willen stoppen dan moeten ze weer afrekenen met IVB conform 9.3 AV. Zo sluit je klanten op in de procedure. Dat was bij Auwens ook zo: een vordering van 630, kosten van rond de 2000, en dan weer een rekening van 4300 euro als ze de opdracht intrekt. De rechter oordeelde: “exorbitant”. Graag uw reactie. Uw stellingen zijn niet correct. De kosten bedroegen uiteindelijk ongeveer € 600 euro, zie processtukken. Auwens heeft 1 zaak ingediend in de gerechtleijke fase, 1 andere zaak in de minnelijke fase (waarbij in deze zaak de hoofdsom was ontvangen en mevrouw de incassokosten heeft betaald). In het zoeken naar een oplossing voor mevrouw, mevrouw was namelijk ontevreden omdat de debiteur op dat moment geen verhaal bood, was ons voorstel om de zaak te laten lopen om te voorkomen dat wij een nota van de deurwaarder met de beslagkosten ontvingen. Auwens wilde in alle redelijkheid niet van een oplossing weten en liet ons met de kosten zitten. Voor de exacte inhoud van onze nota’s inzake haar gerechtelijke zaak, verwijs ik u naar de processtukken (u gaf aan het hele dossier Auwens in bezit te hebben). Zoals eerder gesteld is artikel 9.3 gebruikelijk in de markt. In bepaalde gevallen zoals u stelt kunnen wij er voor kiezen om geen beroep te doen op dit artikel hetgeen in de praktijk ook voorkomt. 9. De werkwijze en de voorwaarden wijzen erop dat het verdienmodel eenzijdig gericht is op genereren van hoge kosten met procedures. Uit vele dossiers blijkt dat de kosten de hoogte van de vordering ver overstijgen. Graag uw reactie. Dit is uit zijn verband gerukt. Er kunnen wel gevallen voorkomen. In een dergelijk geval zoeken wij steeds een redelijke oplossing met de client. Wij zijn wel van mening dat middels het beleid dagvaarding op dit scenario is gewezen. 10. Uw stelt dat er wel degelijk bezoekadressen zijn buiten Den Haag. Wij hebben dat gevraagd aan Regus en IVB huurt er geen kantoorruimte, alleen een postbus. Graag uw reactie. Wij hebben wel de mogeljkheid om gebruik te maken van deze adressen voor besprekingen. Regus verhuurt ook vergaderzalen. Hetgeen ook gebeurt. 11. Ooggetuigen van de zitting in de zaak Auwens vertellen dat u een bodyguard bij zich had. Is dat zo? ANTWOORD: Dit was een kantoorgenoot.