Bijlage: Volledige reacties op vragen FTM over preventieakkoord. De volgende personen en organisaties hebben gereageerd op de door FTM gestelde vragen naar aanleiding van het onderzoek naar de totstandkoming van het Nationaal Preventieakkoord Deeltafel Overgewicht: • • • • • • • Paul Blokhuis, Staatssecretaris VWS, (schriftelijk) Eric van der Burg, voorzitter Deeltafel Overgewicht (telefonisch interview). Marc Jansen, Centraal Bureau Levensmiddelen (telefonisch interview) Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), (schriftelijk) VNO-NCW (schriftelijk) Michael Rutgers, Samenwerkende Gezondheidsfondsen (schriftelijk). Autoriteit Consument en Markt (schriftelijk). VVD kamerlid Hayke Veldman en zijn woordvoerders reageerde niet op herhaalde verzoeken commentaar te geven op de bevindingen van FTM. De volledige schriftelijke reacties zijn in dit document bijeengebracht. FTM voerde daarnaast met vier personen achtergrondgesprekken. Twee personen waren direct bij de onderhandelingen over het akkoord betrokken, twee andere personen volgden destijds dit proces van nabij en hadden regelmatig contact met partijen die aan tafel zaten. Antwoorden Staatssecretaris Blokhuis nav FTM serie over preventieakkoord. Vragen FTM vetgedrukt, antwoorden staatssecretaris in cursief. 1. Uit de analyse van de wob-stukken blijkt dat commerciële partijen grote moeite hadden met het voorstel van de staatssecretaris om de verbruiksbelasting op suikervrije dranken af te schaffen. Ook hebben zij al tijdens de totstandkoming aangegeven dat zo iets een ontbindende werking zou hebben, mocht dit later worden ingevoerd. Aan CBL, FNLI en VNO-NCW heeft FTM gevraagd of dit voornemen nog steeds staat. Hieronder de reacties van de partijen. CBL: Kans aanwezig dat we het opzeggen. dan moeten we terug naar ons bestuur als CBL en dat voorleggen en vragen. Is dit nog steeds de afspraak die we ooit hadden en als dan de conclusie is. ‘ Nee, want de overheid gaat verder of gaat andere maatregelen nemen’, dan kan het zijn dat wij zeggen, nou dat heeft voor ons dus een ontbindende werking. (telefonisch interview) FNLI: “De FNLI is geen voorstander van specifieke product- of ingrediëntbelastingen. Het Preventieakkoord is een afspraak tussen overheid, bedrijfsleven en gezondheidsorganisaties waarbij door alle partijen het commitment is gegeven om zonder wettelijke of fiscale maatregelen de stappen te zetten die nodig zijn. Mochten er nu desondanks dergelijke maatregelen genomen worden, dan is dit in strijd met de fundamenten van het akkoord” VNO-NCW: Vraag :Waarom was het voornemen van de staatssecretaris om in het preventieakkoord eigenstandige wettelijke maatregelen van de rijksoverheid op te nemen voor VNO-NCW een ‘pijnpunt ?Antwoord: Omdat het idee achter een maatschappelijk akkoord nou eenmaal is dat je zaken samen probeert te regelen op een manier dat er weer niet allerlei wetgeving en extra administratieve lasten nodig zijn of belastingen die weer allerlei negatieve maatschappelijke of economisch verstorende effecten hebben. Als je eerst afspreekt samen zaken uit te werken en daarna weer dreigt met eenzijdige maatregelen heeft het voor ons ook geen zin om samen te werken. Terwijl je juist door samenwerking veel verder komt en ook sneller dan met wetgeving, etc. Is de staatssecretaris het eens met de stelling van de convenantpartijen dat het alsnog invoeren van fiscale maatregelen een ontbindende werking heeft op de verplichtingen die uit het akkoord voortvloeien? Voelt de staatssecretaris zich door bovenstaande uitspraken beperkt in de mogelijkheid om alsnog via additionele wettelijke maatregelen het bereiken van de doelstellingen van het akkoord te versnellen/realiseren? Antwoord Staatssecretaris: . We hebben afspraken gemaakt die staan en echt iets betekenen voor de vermindering van de hoeveelheid suiker die we via frisdrank consumeren en daarmee bijdragen aan de strijd tegen overgewicht in Nederland. . De afspraak met de frisdrankindustrie is heel concreet, namelijk het aantal calorieën per verkocht volume aan frisdranken met 25% reduceren in 2020 (tov 2012) en met 30% in 2025. Het doel voor 2020 is al in 2019 bereikt. . Daarnaast hebben we natuurlijk nog een hele serie afspraken en maatregelen die de gezonde keuze makkelijker moeten maken. Zoals de invoering van het Nutri-Score logo. . We weten echter ook dat er meer nodig is om de stevige ambities in het akkoord overgewicht voor 2040 te halen. Dat vraagt forse inzet van alle al bij het akkoord betrokken partijen, en meer! Antwoorden Staatssecretaris Blokhuis nav FTM serie over preventieakkoord. . Ik kijk graag wat we met de akkoordpartijen kunnen bereiken. Mocht dat niet genoeg blijken, dan moeten we gas bij geven. Linksom of rechtsom. Fiscale maatregelen zijn wat mij betreft dan niet uitgesloten. . Het bereiken van dat einddoel is natuurlijk primair mijn inzet als staatssecretaris. Maar ik realiseer me ook dat de strijd tegen overgewicht heel complex en omvangrijk is. En dat er meer nodig is dan de effecten die je met wettelijke maatregelen wellicht kunt bereiken. We hebben vele maatregelen en vele partijen nodig. . Om die inhoudelijke reden hecht ik eraan om - als het even kan - zoveel mogelijk samen als partners in het preventieakkoord op te blijven trekken. 2. Op 12 september heeft de staatssecretaris telefonisch overleg gehad met VNO-NCW voorzitter Hans de Boer, op 24 september heeft hij hem voor een gesprek ontvangen tezamen met vertegenwoordigers van FNLI, CBL, Veneca, KHN, Stiva, Veneca, Slijtersunie. VNO-NCW was zelf geen deelnemer van de tafel overgewicht (zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2018/04/20/deelnemendepartijenthematafels-nationaal-preventieakkoord), maar heeft daar wel in directe overleggen met de staatssecretaris over onderhandeld, niet alleen Hans de Boer maar later ook Cees Oudshoorn. Vindt de staatssecretaris deze wijze van overleg passend bij de manier waarop in Nederland partijen met elkaar overleggen over akkoorden en convenanten en meer specifiek in lijn met de spelregels die waren afgesproken over het preventieakkoord? (Slide 4: Partijen werken samen vanuit vertrouwen, en ‘Uitgangspunt is maatregelen door partijen zelf. Maar waar dat niet afdoende is kunnen maatregelen door overheid worden opgelegd’. ) Antwoord Staatssecretaris Ja, waar partijen (in dit geval bedrijfsleven) betrokken zijn bij of geraakt worden door beleid, ben ik vrijwel altijd bereid naar hun standpunten te luisteren. 3. CBL, VNO-NCW en de FNLI beweren alle drie dat leefstijlbelastingen zoals een frisdranktaks niet effectief zijn. Wat vindt de staatssecretaris van deze stellingname? Antwoord: Voor de inschatting van de effectiviteit van maatregelen, vaar ik op de adviezen van experts van bijvoorbeeld het RIVM. Het IBO-gezonde leefstijl (Kamerstuk 32793 nr. 240) geeft aan dat "In algemene zin geldt dat de meest ingrijpende instrumenten, zoals reguleren en beprijzen, vaak het meest effectief de publieke gezondheid bevorderen". Daarnaast moet er maatschappelijk en politiek draagvlak zijn voor dergelijke maatregelen Reactie FNLI vragen FTM Preventieakkoord. [Vragen FTM in vet, reactie FNLI in gewoon font] De FNLI heeft op 30 Augustus 2018 samen met NZO, VBZ en FWS een gesprek met de staatssecretaris gehad en daar in aangegeven tegen fiscale maatregelen te zijn. Deze bezwaren zijn daarna in een brief van 7 september aan de staatssecretaris onder woorden gebracht. In de brief zegt de FNLI: • • “ De in Nederland gerealiseerde calorie reductie in frisdranken overstijgt die in andere landen, zo ook ruimschoots die in Engeland” en “De effectiviteit is echter niet duidelijk (zie menig buitenland en ik heb daar argumenten voor gegeven). De discussie over de effectiviteit woedt dan ook volop. […] Het omgekeerde is echter waar: er zijn geen overtuigende bewijzen uit andere landen die laten zien de taksen een blijvend effect hebben en die vertaalbaar zijn naar de Nederlandse situatie.” Twee vragen over deze brief: 1. Wat bedoelt FNLI met de term calorie reductie in frisdranken? Op basis van welke cijfers/gegevens komt de FNLI tot deze bewering? Kunt u in uw antwoord een onderscheid maken tussen tussen suikergehalte van frisdranken, verhouding regulier/light en ontwikkelingen in het volume van de verkoop van frisdranken? Hiermee bedoelen we de reductie van het gewogen gemiddeld aantal calorieën per 100ml. Dit is ook de definitie in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling en het Nationaal Preventieakkoord. Om tot dit gemiddelde te komen, wordt door de deelnemende bedrijven jaarlijks gerapporteerd over de verkoopvolumes en caloriegehaltes van A-merken frisdranken, vruchtenfrisdranken, energiedranken, ijsthee, siropen, sportdranken, waters met smaak en reguliere waters. De behaalde reductie geeft hiermee een geaggregeerd beeld van verschillende trends samen: het verlagen van suikergehalte in bestaande producten, een verschuiving van verkoop tussen suikerhoudende en suikervrije dranken en mineraalwater, het introduceren van nieuwe producten, kleinere porties etc. Het totale verkoopvolume is tussen 2012 en 2019 nagenoeg gelijk gebleven, waaruit blijkt dat binnen het volume van de genoemde dranken een duidelijke verschuiving heeft plaatsgevonden van de klassieke 'regular' dranken naar frisse dranken die laag in calorieën zijn. Data van marktonderzoeksbureau Nielsen bevestigen deze trend. Reactie FNLI vragen FTM Preventieakkoord. *Deze cijfers worden vastgesteld op basis van zelfrapportage door de fabrikanten van Amerken. Deze methode en wijze van rapporteren zijn afgestemd met RIVM en het ministerie van VWS en opgenomen in de afspraken over het Nationaal Preventieakkoord. 2. Is de FNLI nog steeds van mening dat frisdranktaksen niet effectief zijn om de consumptie van suikerhoudende dranken te verminderen? Zo ja, op basis van welke studies komt FNLI tot deze conclusie? De FNLI heeft gezegd dat er (nog) geen overtuigende bewijzen zijn uit andere landen die laten zien de taksen een blijvend effect hebben en die vertaalbaar zijn naar de Nederlandse situatie. Wat we wél zeker weten, is dat zelfregulering in Nederland werkt. Frisdrankproducenten hebben de 25% caloriereductie die voor 2020 gepland was, al in 2019 behaald (per 100ml, ten opzichte van 2012) en zullen in de komende jaren zich blijven inzetten voor een significante caloriereductie (30% minder calorieën in 2030). Met het Nationaal Preventieakkoord werken we daarnaast ook aan andere productgroepen, met als resultaat minder calorieën op de markt. Daarnaast is de FNLI en haar achterban van mening dat er niet één quick fix (bijvoorbeeld in de vorm van een taks) het overgewichtsprobleem kan oplossen. Juist de Nederlandse aanpak, waar samenwerking en een bundeling aan maatregelen centraal staat, werkt. Het feit dat Nederland consequent goed scoort op overgewichtscijfers in vergelijking met andere Europese landen, onderstreept dit succes. Succes Nederlandse aanpak Nederland staat al jarenlang een aanpak voor waar we (1) in gezamenlijkheid werken aan productverbetering (zoals bv binnen het AVP), (2) gezondheidsbevordering op lokaal niveau verder invulling geven met programma’s zoals JOGG en (3) scholing van artsen en professionals steeds meer aandacht krijgt, (4) het bevorderen van bewegen allemaal een belangrijke rol spelen. Nederland scoort zonder taks als één van de beste in Europa: https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/regionaalinternationaal/internat ionaal#node-internationale-vergelijking-overgewicht-kinderen https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/regionaalinternationaal/internat ionaal#node-internationale-vergelijking-overgewicht-volwassenen Uit de voorbereidingsnota voor de staatssecretaris voor de laatste bijeenkomst van de verschillende tafels dd. 23-10-2018 blijkt dat in de allerlaatste versie een voorstel stond voor het afschaffen van de verbruikersbelasting voor bronwater en de aantekening dat het nog niet zeker was of de FNLI het akkoord zou ondertekenen. ‘Dit is afhankelijk van de maatregel over verbruiksbelasting water en met name de budgetneutraliteit’ 3. Klopt het dat de FNLI het akkoord niet ondertekend zou hebben wanneer de afschaffing van de verbruiksbelasting voor bronwater er in zou blijven staan? De FNLI was en is geen voorstander van product- of ingrediënt specifieke belastingmaatregelen. Tegen die achtergrond moet deze zin gelezen worden. Reactie FNLI vragen FTM Preventieakkoord. Op 23 november heeft de FNLI Staatssecretaris Blokhuis een brief gestuurd waarin hij gefeliciteerd werd met het bereikte resultaat en ook een aantal ‘open eindes’ aangegeven: dat eventuele aanvullende maatregelen ‘in alle zorgvuldigheid en enkel met instemming van betrokkenen’ worden genomen, de hoop wordt uitgesproken dat ‘dit Preventieakkoord lange termijn zekerheid biedt aan alle partijen die een inzet plegen. Mocht de politiek besluiten hierin in te grijpen, behouden wij ons het recht voor om onze deelname te heroverwegen’ 4. Staat de FNLI nog steeds op het standpunt dat deelname aan het preventieakkoord zal worden heroverwogen indien fiscale maatregelen zal invoeren? Geldt deze heroverweging ook voor de deelname aan het Akkoord verbetering productsamenstelling en/of andere convenanten? [het antwoord hieronder is herschreven, na een vraag van FTM om verduidelijking van het originele antwoord]. De FNLI heeft een verantwoordelijkheid in de aanpak van het overgewichtsprobleem, en zal die verantwoordelijkheid blijven nemen. Ons standpunt ten aanzien van wenselijkheid van fiscale regels ten opzichte van zelfregulering en gezamenlijk stappen nemen is daarbij klip en klaar. De FNLI is geen voorstander van specifieke product- of ingrediëntbelastingen. Het Preventieakkoord is een afspraak tussen overheid, bedrijfsleven en gezondheidsorganisaties waarbij door alle partijen het commitment is gegeven om zonder wettelijke of fiscale maatregelen de stappen te zetten die nodig zijn. Mochten er nu desondanks dergelijke maatregelen genomen worden, dan is dit in strijd met de fundamenten van het akkoord. De FNLI staat volledig achter het Preventieakkoord en verwacht van alle ondertekenaars, inclusief het ministerie van VWS dat zij zich committeren aan het goede uitvoeren van deze afspraken. Reactie VNO-NCW Vragen FTM preventieakkoord [Vragen FTM in vet, reactie VNO-NCW - in gewoon font.] Vooraf: VNO-NCW/MKB-Nederland heeft zich, samen met een hele brede coalitie van andere partijen (de gehele gezondheidszorg, scholen, gemeenten etc.), sterk gemaakt voor een Natinaal Preventieakkoord. Dit omdat wij, met onze leden, vinden dat het bedrijfsleven kan helpen om NL gezonder te maken. Daarom waren we verheugd dat het kabinetsbeleid werd en daarom steunen we harte de afspraken die in 2018 gemaakt zijn. Dat zijn meerjarige afspraken, die beogen om ambitieuze doelen te realiseren (waar wij met onze leden pal achter staan). 1. Waarom heeft Hans de Boer er voor gekozen om buiten de overlegtafels van het preventieakkoord via directe bilaterale overleggen met de staatssecretaris te overleggen over de inhoud daarvan? Dit is volstrekt logisch vanuit meerdere invalshoeken en is op verzoek van beide kanten geweest: - Wij hebben ons hard gemaakt voor het preventie-akkoord om zo met elkaar publiekprivaat (overheden en bedrijven) te komen tot succesvolle afspraken die helpen overgewicht tegen te gaan én die werkbaar zijn voor burgers én bedrijven. Samen bereik je meer is de gedachte! - Onze rol als ‘koepel van de koepels’ is geweest om vooral te bewaken dat er een substantieel akkoord komt dat draagvlak heeft onder alle ondernemers/leden (incl. die ondernemerspartijen die zelf aan de onderhandelingstafels zaten). - Wij zaten in de klankbordgroep met de initiatiefnemers van het preventieakkoord. Dit overleg werd voorgezeten door de SER-voorzitter. Omdat we dus zowel aan de basis stonden van het akkoord, als in de klankbordgroep zaten, alsmede een coördinerende rol hadden richting onze leden hebben we diverse malen contact gehad over de voortgang van het akkoord of sommige deelaspecten. Onze rol is daarbij glashelder namelijk aangeven wat op draagvlak kan regelen, hoe iets uitpakt in de praktijk van het bredere bedrijfsleven, etc. 2. Heeft Hans de Boer, afgezien van de hierboven genoemde overleggen, ook nog andere afspraken met de staatssecretaris gehad om over de inhoud van het preventieakkoord, deeltafel overgewicht te spreken? Er is enkele malen (telefonisch) overleg geweest langs de hiervoor geschetste lijnen en waarbij we aandachtspunten t.a.v. effecten over het voetlicht hebben gebracht. 3. Waarom was het voornemen van de staatssecretaris om in het preventieakkoord eigenstandige wettelijke maatregelen van de rijksoverheid op te nemen voor VNONCW een ‘pijnpunt ? Omdat het idee achter een maatschappelijk akkoord nou eenmaal is dat je zaken samen probeert te regelen op een manier dat er weer niet allerlei wetgeving en extra administratieve lasten nodig zijn of belastingen die weer allerlei negatieve maatschappelijke of economisch verstorende effecten hebben. Als je eerst afspreekt samen zaken uit te werken en daarna weer dreigt met eenzijdige maatregelen heeft het voor ons ook geen zin om samen te werken. Terwijl je juist door samenwerking veel verder komt en ook sneller dan met wetgeving, etc. Reactie VNO-NCW Vragen FTM preventieakkoord 4. VNO-NCW was zelf geen deelnemer van de tafel overgewicht (zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2018/04/20/deelnemendepartijenthematafels-nationaal-preventieakkoord), maar heeft daar wel in directe overleggen met de staatssecretaris over onderhandeld. Vindt VNO-NCW deze handelwijze passend bij de manier waarop in Nederland partijen met elkaar overleggen over akkoorden en convenanten en meer specifiek in lijn met de spelregels die waren afgesproken over het preventieakkoord (Slide 4: Partijen werken samen vanuit vertrouwen, en ‘Uitgangspunt is maatregelen door partijen zelf. Maar waar dat niet afdoende is kunnen maatregelen door overheid worden opgelegd’. ) Zie antwoord op vraag 1. Vanuit onze algehele coördinerende rol, onze deelname in de klankbordgroep en in nauwe samenspraak met al onze leden aan de tafels hebben wij gezorgd dat het Rijk op cruciale momenten één gesprekspartner had vanuit het bedrijfsleven. 5. Wat is de opvatting van VNO-NCW over fiscale maatregelen die een gezonde levensstijl bevorderen? Fiscale maatregelen zijn vaak administratief belastend voor ondernemers -en die worden al niet bepaald gespaard qua regelgeving die ze over zich uitgestort krijgen ;) - daarom moet voor ons de effectiviteit vaststaan, en dat is niet zo bij leefstijlbelastingen. Overgewicht is een complex (sociaal) probleem dat zich niet laat oplossen door fiscale prijsmaatregelen. Zo krijg je bijvoorbeeld het substitutieprobleem, waarbij mensen kiezen voor andere goedkopere merken, etc.. Dit soort aandachtspunten hebben we aandacht voor gevraagd, want de realiteit is complexer dan modellen of de theorie en juist door al onze branches hebben we veel kennis en inzichten die we op tafel brachten. We staan voor de gezondheidsdoelen die in het Nationaal Preventieakkoord zijn afgesproken, inclusief de middelen die daartoe in 2018 zijn afgesproken. Die moeten afdoende zijn om de ambitieuze doelen van het Akkoord te halen. We moeten ons realiseren dat individueel gedrag vooral tot stand komt in een sociale en fysieke omgeving: of iemand werk heeft en waar iemand woont. Dit kan grote gevolgen hebben voor de leefstijl en zelfs levensverwachting. Je moet kijken naar wat gezonde keuzes faciliteert in een gezonde sociale en fysieke omgeving. 6. Wanneer de overheid alsnog zelfstandig fiscale maatregelen neemt, zal VNO-NCW dan haar deelname aan akkoorden opzeggen of haar leden aanraden dit te doen? Het kabinet heeft samen met betrokken partijen, waaronder het bedrijfsleven, meerjarige afspraken in 2018 gemaakt (inclusief afspraken over de monitoring ervan). We gaan ervan uit dat alle betrokken partijen hiernaar handelen conform hun handtekening en commitment. Reactie Samenwerkende Gezondheidsfonsen (SGF) op vragen FTM Vragen FTM in vet, antwoorden Michael Rutgers/SGF in gewoon font Op 1 oktober 2018 heeft de SGF in een brief laten weten het akkoord niet te zullen ondertekenen. Vervolgens heeft op 12 oktober een overleg plaatsgevonden met de Staatssecretaris over deze brief. Wat was op dat moment jullie opvatting over het voorstel om de verbruiksbelasting op suikervrij af te schaffen? Vond de SGF dat een goede maatregel? Dat was natuurlijk veel te mager! Bovendien waren we geen voorstander van de afschaffing van de verbruiksbelasting ook op light producten. Afschaffing op alleen water waren we wel voor, maar de impact van deze maatregel is een klein stapje, en heeft te weinig impact op de ambities uit het akkoord overgewicht. Wat was de reden voor de SGF om na dit gesprek toch mee te blijven doen aan de onderhandelingen over het akkoord? Daar zijn twee redenen voor. Het RIVM zou van het akkoord overgewicht de maatregelen en output jaarlijks monitoren en elke vier jaar de maatschappelijke impact. De Staatssecretaris deed op ons verzoek de toezegging om in het akkoord de randvoorwaarde op te nemen dat indien nodig, er extra of aangescherpte maatregelen doorgevoerd zouden worden om de doelen wel haalbaar te maken. Die toezegging heeft hij waargemaakt in de tekst van het akkoord. Dat gaf ons hoop dat dit akkoord misschien niet onmiddellijk, maar wel op termijn een waardevol spoor naar bestrijding van overgewicht zou zijn. De tweede reden was dat als wij nu zouden weglopen we ook niet bij machte om dat akkoord positief te beïnvloeden de komende jaren. We merkten al wel dat we een van de meest kritische gesprekspartners waren. Wie zou die rol oppakken na ons vertrek? Je kunt maar één keer ergens opstappen. Als we dat akkoord niet bijgestuurd krijgen, kan dat nog. Om welke toezeggingen aan de SGF ging het hierbij en was er inderdaad een relatie met de FNLI voor wat betreft deze wijzigingen? Dit ging over de tekst van bovengenoemde monitoring en bijsturing. Op welke wijze daarover gesproken is met de FNLI, weten we niet. Op dat moment was wel duidelijk dat de VVD als coalitiepartner nooit akkoord zou gaan met de suikertaks. Uiteraard onder voelbare druk van VNO-NCW en de voedselproducenten en supermarkten. Waren jullie als SGF er van op de hoogte dat VNO-NCW buiten de overgewicht-tafel om onderhandelde over het weghalen of juist opnemen van specifieke maatregelen? (bijvoorbeeld het gesprek van Blokhuis met VNO-NCW voorzitter Hans de Boer op 12 september waarbij hij als uitruil voorstelt de frisdranktaks in te ruilen voor extra inspanningen van de industrie). We merkten dat de inzet van de Staatssecretaris veel onrust veroorzaakte in de branche en waarschijnlijk veel bilateraal “verkeer” veroorzaakte. We zijn er niet over geïnformeerd, maar VNO-NCW lobbyt altijd. Dus we namen dit aan. We herkennen dat uit de lobby voor Rookvrij waar VNO-NCW ook tegen ageert. Vinden jullie het passen bij de geest van het overleg over convenanten dat organisaties die formeel geen deel uitmaken van een overleg, zich direct bemoeien met de voorgenomen maatregelen die daar op tafel liggen? Nee. We hebben dat ook in destijds in de overkoepelende verbindingstafel kenbaar gemaakt en ons uitgesproken tegen bemoeienis van VNO-NCW bij het rookvrij-akkoord. Is de SGF tevreden met de wijze waarop tot op heden uitvoering wordt gegeven aan de overgewichtafspraken in het convenant? Nee. De ambities, de doelen en de maatregelen ten aanzien van sport en bewegen (zeg maar ‘de calorieën eruit’) zijn wat ons betreft stukken beter dan de maatregelen die gaan over de inname van calorieën (het terrein van de voedingsindustrie en de supermarkten). Dat loopt niet goed. Veelal zelfregulatie en acties die te weinig effect hebben. Dat laten de prognoses van het RIVM ook zien. De koplopers binnen de industrie doen het beter, maar een grote groep heeft nauwelijks interesse. De FNLI en CBL lopen zo hard als de langzaamste in hun achterban. Zo degradeert het preventieakkoord op overgewicht zich tot een 'iets minder óngezond'-akkoord. Dat is doodzonde, letterlijk. Nederland, en met name de Nederlandse jeugd, verdient iets veel beters dan dit. Prijsmaatregelen zoals suikertaks zijn onvermijdelijk in de volgende kabinetsperiode. Tenminste, als we de bestrijding van het steeds toenemende overgewicht in NL serieus willen aanpakken. En dat willen wij hartgrondig. Zolang de industrie niet zelf harder ingrijpt of daartoe gedwongen wordt, is het dweilen met de kraan open. Dan kun je sport en bewegen tot je een ons weegt, letterlijk en figuurlijk. Reactie ACM vragen FTM preventieakkoord [vragen FTM zijn te vinden, na de antwoordtekst] Beste Herman, De ACM kijkt graag mee naar de ruimte die de mededingingswet biedt voor samenwerkingen tussen bedrijven, zeker als het gaat om samenwerkingen waarmee een duidelijk publiek belang mee is gediend. De ACM heeft ook op verschillende plaatsen aangegeven dat er vaak meer ruimte voor samenwerking in de mededingingswet zit dan bedrijven denken. Denk daarbij ook aan de recente leidraad duurzaamheidsafspraken. Dan je vragen: Ten eerste: Wij weten niet precies waar de conclusie van het CBL op is gebaseerd. Mochten er wettelijke maatregelen, zoals fiscale maatregelen, worden ingevoerd die als neveneffect hebben dat de concurrentie wordt verstoord, dan is de mededingingswet niet meer van toepassing. Ten tweede: Als in een convenant afspraken worden gemaakt die vooruitlopen op verplichtingen die voortvloeien uit toekomstige wettelijke maatregelen, dan is dat iets waarmee we rekening houden. Mochten de afspraken niet anticiperen op toekomstige wettelijke verplichtingen dan hangt het helemaal af van de inhoud van de afspraak. Daarbij kunnen - als richtlijn - de volgende vragen worden gesteld: Hoe zwaar is de inbreuk op de concurrentie en hoeveel ruimte blijft er over voor restconcurrentie Wat zijn de voordelen van de afspraak en hoe wegen die op tegen de nadelen Is de afspraak noodzakelijk om de voordelen te realiseren. Als de afspraken geen wezenlijke inbreuk maken op de concurrentie, of per saldo positief voor de consument en noodzakelijk zijn om dat positieve effect te bereiken, dan zien we in zijn algemeenheid geen belemmeringen. We kunnen op basis van de huidige informatie dus geen oordeel vellen. Op het eerste gezicht lijkt het terugbrengen van het suikergehalte in frisdranken een goed doel waaraan de mededingingsregels niet in de weg zouden mogen staan. We vinden het jammer dat het CBL deze zaak niet aan ons heeft voorgelegd. We staan open voor dit soort vragen. De ACM is zijdelings betrokken geweest bij twee andere onderdelen van het preventieakkoord; Alcoholmisbruik en Tabaksgebruik. Met vriendelijke groet, Murco Mijnlieff Woordvoerder Bestuur Beleid en Communicatie From: Lelieveldt, Herman Sent: maandag 6 juli 2020 13:53 To: murco.mijnlieff@acm.nl Subject: Frisdranktaks en mededingingsrecht Beste Murco, Als follow up van ons telefoongesprek hierbij de relevante teksten over het deel minder calorieen in het preventieakkoord en de inzet rijksoverheid. Eerste deel van de serie staat hier: (link is 24 uur gratis te lezen) https://www.ftm.nl/artikelen/voedsellobby-halfzachte-aanpak-overgewicht-naarhandzetten?share=ls%2BKsnipvT1EREC1Tl6%2Fc6soGLHWA1u74%2Bqt5wwIhGl mayK mTOYIl6qbgGpf%26utm_medium=social&utm_campaign=sharebuttonleden&utm_so urce=linkbutton In een van de versies daarvan stond de volgende voorgenomen maatregel (is er door de lobby nooit ingekomen): De rijksoverheid zal zelfstandig fiscale maatregelen nemen om deze beweging [van minder calorieen HL} vanuit de sector verder te ondersteunen. Dit wordt gedaan door op budgetneutrale wijze water(s) en suikervrije dranken vrij te stellen van verbruikersbelasting en hiermee een verschuiving te stimuleren van het drinken van suikerhoudende dranken naar waters en suikervrije dranken. Het CBL stuurt Blokhuis dan een brief eind augustus 2018 en zegt het volgende: Algemeen gesteld kunnen wij niet akkoord gaan met maatregelen en afspraken die mogelijk in wetgeving vorm kunnen krijgen. Vrijwillige afspraken vooruitlopend op wetgeving middels dit Preventieakkoord is mededingingsrechtelijk niet toegestaan. De voorgestelde wettelijke maatregelen die ingrijpen op het prijsniveau zoals accijnzen, taxen en beperkingen van vrijheid bij het vaststellen van consumentenprijzen, beperken de marktwerking. ledere afspraak om dit soort maatregelen te nemen, zonder dat daar een wettelijke verplichting aan ten grondslag ligt, brengt ons direct in conflict met de Mededingingswet. Twee vragen: • • Graag zou ik de opvatting van de ACM willen hebben over deze kwestie: zou het ondertekenen van het preventieakkoord met daarin de zelfstandige fiscale maatregel door marktpartijen zoals supermarkten inderdaad strijdig zijn met de Mededingingswet? Is de ACM door VWS geconsulteerd over de vraag of er een probleem zou zijn met mededingingswetgeving wanneer dat voornemen in het akkoord zou komen? (Ik weet wel dat er uitgebreid met Min financien overlegd is en zij altijd de plannen steunden. ) Zou de ACM en (voorzitter Martijn Snoep wellicht) hier officieel op willen reageren? Wellicht past het in de lijn van alert zijn op bedrijven die iets te gemakkelijk mededingingsargumenten van stal halen om niets te hoeven doen? Ivm de productie van de artikelen hoop ik dat jullie deze week nog een reactie zouden willen geven?